zondag 7 januari 2024 om 19.00 uur

Vredekerk
Voorganger(s): ds. Bart Schoone, Poeldijk
Tekst(en): Jesaja 51: 4-8 & Marcus 1: 40-45
Ouderling(en): Peter Luyendijk
Organist: Henri Sneller

Collecte: 1. Leger des Heils, 2. kerkrentmeesters
Locatie: Vredekerk

Wilt u meeluisteren? Klik op het oortje voor de Vredekerk:   

   
Orde van dienst:
Orgelspel
Welkom
Psalm 103: 1 + 3
1 Zegen, mijn ziel, de grote naam des Heren,    
   laat al wat binnen in mij is Hem eren,
   vergeet niet hoe zijn liefde u heeft geleid,
   gedenk zijn goedheid, die u wil vergeven,
   die u geneest, die uit het graf uw leven
   verlost en kroont met goedertierenheid.
3 Hij is een God van liefde en genade,
   barmhartigheid en goedheid zijn zijn daden    
   van Hem die niet voor altijd met ons twist,
   die ons niet doet naar alles wat wij deden,
   ons niet naar onze ongerechtigheden
   vergeldt, maar onze schuld heeft uitgewist.
Stil gebed
Votum en groet
Lied 412: 1 + 3 + 4

1 Wij loven U, o God, belijden U als Heer.
   Eeuwige Vader, U geeft heel de wereld eer.
   U zingen alle heemlen, serafs, machten, tronen,
   onafgebroken rijst hun lied op hoge tonen:
   Gij, driemaal heilig zijt Gij, God der legerscharen,
   wiens grootheid aarde en hemel heerlijk openbaren!

3 U, Vader, U zij lof op een verhoogde toon!
   Lof en aanbidding zij uw eengeboren Zoon.
   Lof zij uw Geest, die ons ten Trooster is gegeven,
   ons in de waarheid leidt, de weg van eeuwig leven.
   U looft uw kerk alom, waar Gij die ook vergaarde;
   U looft wat loven kan, in hemel en op aarde!

4 U, Christus, onze Heer, bekleed met majesteit,
   des Vaders enige Zoon, zij lof in eeuwigheid!
   De mensheid lag in schuld en vloek voor God verloren:
   Gij hebt, de mens tot heil, de schoot der maagd verkoren.
   Gij hebt aan 't kruis voor ons de dood zijn macht ontnomen
   en ons de weg gebaand om tot Gods rijk te komen.
Gebed
Schriftlezing: Jesaja 51: 4-8

4 Luistert naar Mij, Mijn volk! en Mijn lieden, neigt naar Mij het oor! want een wet zal van Mij uitgaan, en Ik zal Mijn recht doen rusten tot een licht der volken.5 Mijn gerechtigheid is nabij, Mijn heil trekt uit, en Mijn armen zullen de volken richten; op Mij zullen de eilanden wachten, en op Mijn arm zullen zij hopen.6 Heft ulieder ogen op naar den hemel, en aanschouwt de aarde beneden; want de hemel zal als een rook verdwijnen, en de aarde zal als een kleed verouden, en haar inwoners zullen van gelijken sterven; maar Mijn heil zal in eeuwigheid zijn, Mijn gerechtigheid zal niet verbroken worden.7 Hoort naar Mij, gijlieden, die de gerechtigheid kent, gij volk, in welks hart Mijn wet is! vreest niet de smaadheid van den mens, en voor hun smaadredenen ontzet u niet.8 Want de mot zal ze opeten als een kleed, en het schietwormpje zal ze opeten als wol; maar Mijn gerechtigheid zal in eeuwigheid zijn, en Mijn heil van geslacht tot geslachten.
Psalm 107: 1 + 4
1 Gods goedheid houdt ons staande     
   zolang de wereld staat!
   Houd dan de lofzang gaande
   voor God die leven laat.
   Al wie door Hem bevrijd
   uit ongastvrije streken,
   naar huis wordt heengeleid,
   zal van zijn liefde spreken.
4 Laat ons nu voor de Here
   zijn goedertierenheid
   toezingen en vereren
   de God die ons bevrijdt.
   Want wie zijn hulp verlangt,  
   Hem aanroept in gebeden,
   verlost Hij uit de angst
   en leidt Hij tot de vrede.
Schriftlezing: Marcus 1: 40-45 
Een melaatse genezen
40 En tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem, en vallende voor Hem op de knieen, en tot Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen.
41 En Jezus, met barmhartigheid innerlijk bewogen zijnde, strekte de hand uit, en raakte hem aan, en zeide tot hem: Ik wil, word gereinigd! 42 En als Hij dit gezegd had, ging de melaatsheid terstond van hem, en hij werd gereinigd.43 En als Hij hem strengelijk verboden had, deed Hij hem terstond van Zich gaan; 44 En zeide tot hem: Zie, dat gij niemand iets zegt; maar ga heen en vertoon uzelven den priester, en offer voor uw reiniging, hetgeen Mozes geboden heeft, hun tot een getuigenis.45 Maar hij uitgegaan zijnde, begon vele dingen te verkondigen, en dat woord te verbreiden, alzo dat Hij niet meer openbaar in de stad kon komen, maar was buiten in de woeste plaatsen; en zij kwamen tot Hem van alle kanten.
Psalm 107: 19 + 20
19 Wie nooddruft heeft, hij hope:
     een herder is de Heer.
     Hij doet de toekomst open,
     hun leven neemt een keer.
     Al wie het goede doet
     zal zien en zich verheugen:
     de waarheid spreekt voorgoed,   
     verstommen zal de leugen.
20 Wie wijs is, zal de Here
     zijn goedertierenheid
     toezingen en vereren
     de God die ons bevrijdt.
     Want wie zijn hulp verlangt,  
     Hem aanroept in gebeden,
     verlost Hij uit de angst
     en leidt Hij tot de vrede.
Preek
Orgelspel
Lied 837: 1 + 2 + 3 + 4
1 Iedereen zoekt U, jong of oud,
   speurend langs allerlei wegen:
   kronkelig, vreemd, of recht, vertrouwd -   
   Meester, waar kom ik U tegen?
   Eens vindt U ons, bij dag of nacht,
   Moe van onszelf en zonder kracht,
   dorstend naar liefde en zegen.

2 Volgen wij, Heiland, niet uw spoor:
   laten wij anderen bloeden,
   geven wij pijn en angsten door –
   neem ons dan onder uw hoede.
   Spreek uw genezend woord vol macht,   
   dan krijgt ons leven nieuwe kracht.
   Spreek, dan keert alles ten goede.
3 Heer, als ons denken U ontkent,
   kan ons de leegte benauwen.
   Als onze hand uw schepping schendt,   
   wilt U ons dan nog vertrouwen?
   Twijfel of hoogmoed, onverstand –
   neem ons, uw mensen, bij de hand.
   Laat ons uw schoonheid aanschouwen.  

4 Koning, uw rijk is zo nabij –
   open mijn ogen en oren!
   Onrustig is mijn hart in mij,
   totdat het nieuw wordt geboren.
   Daarom zoekt U elk mensenkind.
   Zoek, herder, mij, opdat ik vind
   en steeds meer bij U zal horen.
Gebeden
Collecte
Lied 913: 1 + 2 + 3
1 Wat de toekomst brengen moge,
   mij geleidt des Heren hand;
   moedig sla ik dus de ogen
   naar het onbekende land.
   Leer mij volgen zonder vragen;
   Vader, wat Gij doet is goed!
   Leer mij slechts het heden dragen   
   met een rustig, kalme moed!

2 Heer, ik wil uw liefde loven,
   al begrijpt mijn ziel U niet.
   Zalig hij, die durft geloven,
   ook wanneer het oog niet ziet.
   Schijnen mij uw wegen duister,
   zie, ik vraag U niet: waarom?
   Eenmaal zie ik al uw luister,
   als ik in uw hemel kom!
3 Laat mij niet mijn lot beslissen:
   zo ik mocht ik durfde niet.
   Ach, hoe zou ik mij vergissen,
   als Gij mij de keuze liet!
   Wil mij als een kind behand'len,  
   dat alleen de weg niet vindt:
   neem mijn hand in uwe handen
   en geleid mij als een kind.
Zegen


Toelichting collecte
Het Leger des Heils zegt; 'Wij geloven in kansen. In tweede kansen. In derde kansen. En in alle kansen daarna. Elk mens doet ertoe. Niemand uitgezonderd. Elk leven is het waard om geleefd te worden. Zolang er ouders zijn die hun kinderen geen veilige plek kunnen bieden. Zolang jongeren de gevangenis verlaten zonder enige hoop of perspectief. Zolang er tienermeisjes verkocht worden aan de hoogste bieder. Zolang er nog iemand op straat de nacht doorbrengt. Zolang er wanhoop is, eenzaamheid, zolang verslaving mensenlevens kapot maakt. Zolang één persoon het licht van God nog niet heeft gezien - zolang zullen wij strijden'. De diaconie beveelt deze collecte van harte bij u aan.

terug