zondag 1 september 2024 om 19.00 uur

Vredekerk
Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel
Tekst(en): Zacharia 8: 4-8, 20-23 & Marcus 8: 22-26
Ouderling(en): Piet Buitelaar
Organist: Henri Sneller

Collecte: Kerk in actie: nieuwe vormen van kerk-zijn, 2. kerkrentmeesters
Locatie: Vredekerk

Wilt u meeluisteren? Klik op het oortje voor de Vredekerk:   

   
Orde van dienst:
Thema: God laat ons zien
Orgelspel
Welkom        
Intochtspsalm 34: 1 + 2
1. Ik loof de Heer altijd.
    Steeds zingt mijn mond zijn lof, zijn eer.  
    Ja, ik beroem mij op de Heer
    en prijs zijn hoog beleid.
    Gods kleinen horen mij
    en zij verheugen zicht tezaam.
    Verhef met mij des Heren naam,
    zegen die en wees blij.
2. ’k Heb naar de Heer gevraagd
    en Hij beantwoordt mijn gebed.
    Hij heeft mij van mijn angst gered,
    en mijn verlossing daagt.
    Die opzien naar de Heer,
    zij zullen blinken in het licht,
    geen schaamrood is op hun gezicht,   
    nooit slaan zij d’ogen neer.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Psalm 34: 4
4. Kom nader, zie en proef,
    Opdat men smake naar waardij
    des Heren goedheid. Zalig hij
    die veilig bij Hem toeft.
    Die thuis hoort in Gods kring,
    dien met ontzag zijn hoog bewind.
    Zelfs waar de leeuw geen voedsel vindt
    wacht u verzadiging.
Gebed
Psalm 86: 3 + 4
3. Allen die als goden blonken
    zijn bij U in ’t niet gezonken.    
    Niets kan bij uw werk bestaan.  
    Heel de wereld roept U aan.
    Alle volken komen samen,
    die Gij schept en roept bij name,   
    buigen voor uw zetel neer,
    brengen uwen naam de eer.
4. Leer mij naar uw wil te handelen,   
    laat mij in uw waarheid wandelen.
    Voeg geheel mijn hart tezaam
    tot de vrees van uwe naam.
    Heer mijn God, ik zal U loven,
    heffen ’t ganse hart naar boven.
    Ja, uw naam en majesteit
    loof ik tot in eeuwigheid.
Gebed om de verlichting met de Heilige Geest
Lezing uit het Oude Testament: Zacharia 8: 4-8, 20-23
4Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Opnieuw zullen er op de pleinen van Jeruzalem oude mensen zitten, steunend op hun stok vanwege hun hoge leeftijd, 5en de straten zullen krioelen van de spelende kinderen. 6Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ook al lijkt het jullie, die van dit volk nog over zijn, nu onmogelijk, waarom zou het voor mij onmogelijk zijn? – spreekt de HEER van de hemelse machten. 7Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Ik zal mijn volk bevrijden uit het land waar de zon opkomt en het land waar de zon ondergaat 8en hen naar Jeruzalem brengen. Daar zullen ze wonen. Zij zullen mijn volk zijn en ik hun God, in onwankelbare trouw.

20Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Er zullen opnieuw mensen komen uit allerlei landen en steden. 21De inwoners van de ene stad zullen naar de volgende stad gaan en zeggen: “Ga met ons mee. Wij zijn op weg om eer te bewijzen aan de HEER van de hemelse machten en zijn gunst af te smeken.” 22Grote en machtige volken zullen naar Jeruzalem komen om daar de HEER van de hemelse machten te vereren en zijn gunst af te smeken. 23En dit zegt de HEER van de hemelse machten: Als die tijd is gekomen, zullen tien mannen uit volken met verschillende talen een Joodse man bij de slip van zijn mantel grijpen met de woorden: “Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God bij u is.”’
Lied 770
1. De Here, de heerser der aarde,
    zegt: Israël, Israël,
    eens zal u de wereld aanvaarden
    en weten, waarom Ik u spaarde.
    Dan komt, zonder stokken of zwaarden,   
    men tot u: ‘Het ga u wel!’

2.  Eens zullen de mensen het weten
    en roepen van stad tot stad:
    ‘De God op de Sion gezeten
    is de Enige! Laat ons vergeten
    de haat onzer twisten en veten
    en gaan wij naar Hem op pad!’
3. God zegt: In het laatste der dagen,
    dan zullen, o Israël,
    de volken u vinden en vragen:
    ‘Vergeef wie u hebben geslagen!’
    En Ik zal hen met zich doen dragen
    mijn zegen, – het ga hun wel.

4. Eens zullen de volken u eren,
    o volk dat Ik heb gesticht;
    eens zullen die ’t aardrijk regeren
    tot Mij en elkaar zich bekeren, –
    dan wordt in mijn stad, spreekt de Here,   
    ’t verzoeningsmaal aangericht.
Lezing uit het Nieuwe Testament: Marcus 8: 22-26
22Ze kwamen in Betsaïda. Er werd een blinde bij hem gebracht, en men smeekte hem om de man aan te raken. 23Hij pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Hij deed wat speeksel op zijn ogen, legde er zijn handen op en vroeg: ‘Ziet u iets?’ 24Hij begon weer te zien en zei: ‘Ik zie mensen, het zijn net bomen, maar ze lopen rond.’ 25Daarna legde hij weer zijn handen op de ogen van de blinde. Deze sperde zijn ogen open en genas; hij zag alles nu heel helder. 26Hij stuurde hem naar huis met de waarschuwing: ‘Ga het dorp niet in!’
Lied 534
1. Hij die de blinden weer liet zien,
    hun ogen kleur liet ondervinden
    is zelf het licht dat ruimte geeft:
    ons levenslicht, de Zoon van God.

2. Hij die de lammen lopen liet
    hun dode krachten deed ontvlammen   
    is zelf de weg tot waar geluk:
    ons levenspad, de Zoon van God.
3. Hij die de armen voedsel gaf
    met overdaad hen kwam verwarmen
    is zelf het brood dat honger stilt:
    ons levensbrood, de Zoon van God.

4. Hij die de doven horen deed
    hun eigen oren deed geloven
    is zelf het woord dat waarheid spreekt:   
    het levend woord, de Zoon van God.
Overdenking
Meditatieve stilte
Gezongen geloofsbelijdenis: Lied 340c
Ik geloof in God, de almachtige Vader,
Schepper van hemel en aarde.
En in Jezus Christus, zijn enige Zoon, onze Heer,
die ontvangen is van de heilige Geest, geboren uit de Maagd Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven,
die nedergedaald is ter helle, de derde dag verrezen uit de doden,
die opgestegen is ten hemel,
zit aan de rechterhand van God de almachtige Vader,
vandaar zal Hij komen oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de heilige Geest;
de heilige katholieke kerk,
de gemeenschap van de heiligen;
de vergeving van de zonden;
de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven.
Amen, amen.
Amen.
Pastorale mededelingen
Dank- en voorbeden, stil gebed, Onzevader
Inzameling van de gaven
Slotlied 909
1. Wat God doet, dat is welgedaan,
    zijn wil is wijs en heilig.
    ’k Zal aan zijn hand vertrouwend gaan,   
    die hand geleidt mij veilig.
    In nood is mij
    zijn trouw nabij.
    Ja Hij, de Heer der Heren,
    blijft eeuwig wijs regeren.

2. Wat God doet, dat is welgedaan.
    Hij is mijn licht en leven.
    Ik wil mijzelf van nu voortaan
    blijmoedig aan Hem geven,
    omdat ik weet
    in vreugd en leed:
    zijn vaderlijke ontferming
    blijft eeuwig mijn bescherming.
3. Wat God doet, dat is welgedaan,  
    daar laat ik het bij blijven.
    Al moet ik door de engten gaan
    waar mij de dood zal drijven –
    als God mij leidt
    kan ik de tijd
    van duisternis verdragen:
    ik zal zijn licht zien dagen.
Wegzending en Zegen
Gezongen Amen


Toelichting collecte
Elk jaar starten er nieuwe pioniersplekken en andere vormen van kerk-zijn. Dat zijn nieuwe plekken waar mensen de liefde van God kunnen ervaren. De Protestantse Kerk ondersteunt initiatieven die zich richten op doelgroepen die niet of nauwelijks meer in bestaande kerken komen, of die zich richten op regio's waar de kerk kwetsbaar is. Veel van deze nieuwe gemeenschappen slagen erin om jongere generaties of mensen met een multiculturele achtergrond te betrekken bij activiteiten.

terug