zondag 4 augustus 2024 om 09.30 uur

Domkerk
Voorganger(s): ds. Piet van Die, Mijnsheerenland
Tekst(en): Deuteronomium 26: 1-11 & Marcus 2: 23-28
Ouderling(en): Peter Keijzer
Organist: Leo Bouma

Beamer: Cees Vermeer
Streamer: Koos de Rijke
Bijbellezer: Martin Hulscher
Collecte: 1. diaconie, 2 de kerk
Na de dienst: koffie & thee
Locatie: Domkerk

Klik op de button om mee te luisteren   
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo:   of via 

Kindernevendienst
Onderwerp: Maak je geen zorgen. Matteüs 6: 25-34

Orde van dienst:

  • Welkom
  • Aanvangspsalm 92: 1 + 2
  • Bemoediging en groet:
  • Over de dienst
  • Kyrie: Lied 301a
  • Gloria: Lied 868: 1 + 2  +  5
  • Zondagsgebed
  • Eerste lezing: Deuteronomium 26: 1-11
Het afdragen van de gaven
1 Straks zult u het land binnengaan dat de HEER, uw God, u als grondgebied zal geven. U zult het in bezit nemen en er gaan wonen. 2  U zult er de oogst kunnen binnenhalen. Als u daarvan dan het eerste en beste deel in een mand meeneemt naar de plaats die de HEER, uw God, zal uitkiezen om er zijn naam te laten wonen, 3 en u verschijnt er voor de priester die daar op dat moment dienstdoet, zeg dan het volgende tegen hem: ‘Hiermee verklaar ik voor de HEER, uw God, dat ik het land waarvan de HEER onze voorouders onder ede heeft beloofd dat Hij het ons zou geven, ben binnengegaan.’ 4 Als de priester de mand in ontvangst heeft genomen en die voor het altaar van de HEER, uw God, heeft neergezet, 5  moet u het volgende voor de HEER belijden: ‘Mijn vader was een zwervende Arameeër. Hij trok naar Egypte en woonde daar als vreemdeling met een handvol mensen, maar ze groeiden uit tot een zeer groot en machtig volk. 6 De Egyptenaren begonnen ons slecht te behandelen: ze onderdrukten ons en dwongen ons tot slavenarbeid. 7 Toen klaagden we de HEER, de God van onze voorouders, onze nood. Hij hoorde ons hulpgeroep en zag ons ellendig slavenbestaan. 8  En de HEER bevrijdde ons uit Egypte, met sterke hand en opgeheven arm, op angstaanjagende wijze, met tekenen en wonderen. 9 Hij bracht ons hierheen en gaf ons dit land, dat overvloeit van melk en honing. 10 HEER, hierbij breng ik U de eerste opbrengst van het land dat U me gegeven hebt.’ Bied de HEER, uw God, zo uw gaven aan en kniel voor Hem neer. 11 Daarna mag u, samen met de Levieten en de vreemdelingen die bij u wonen, een feestmaal houden met al het goede dat u en uw familie van Hem hebben ontvangen.
  • Lied 365: 1 + 2
  • Tweede lezing: Marcus 2: 23-28
​​​​​​​23  Toen Hij op sabbat eens door de korenvelden liep, begonnen zijn leerlingen onderweg aren te plukken. 24  ‘Kijk eens!’ zeiden de farizeeën tegen Hem. ‘Waarom doen ze iets dat op sabbat niet mag?’ 25  Maar Hij antwoordde: ‘Hebt u dan nooit gelezen wat David deed toen hij en zijn metgezellen gebrek leden en honger hadden? 26  Hij ging het huis van God binnen – Abjatar was toen hogepriester – en at van de toonbroden, waarvan alleen de priesters mogen eten. En hij gaf ze ook aan zijn mannen te eten.’ 27 En Hij voegde eraan toe: ‘De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat; 28 en dus is de Mensenzoon ook heer over de sabbat.’
  • Lied 314
  • Verkondiging
  • Lied 984
  • Pastorale mededelingen
  • Dankzegging, voorbeden, stilgebed, afgesloten met gezamenlijk Onze Vader
  • Collecte
  • Slotlied 978
  • Wegzending en zegen


terug