zondag 14 juli 2024
om 09.30 uur
Domkerk
Voorganger(s): Gertjan Pellikaan
Tekst(en): 1 Koningen 3: 5-15 & 1 Koningen 3: 16-28
Ouderling(en): Eric Elgersma
Organist: Wim Loef
Beamer: Paul Mosterd
Streamer: Peter de Rijcke
Bijbellezer: Marjanne Buitelaar
Collecte: 1. Kerk in Actie: preken in gebarentaal, 2 de kerk
Locatie: Domkerk
Klik op de button om mee te luisteren
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo: of via
Kindernevendienst
Onderwerp: Voor alles is een tijd Prediker 3: 1-8
Orde van dienst:
- Wellkom
- Aanvangslied 119: 1 + 47
1. Welzalig wie de rechte wegen gaan,
wie in de regels van Gods wijsheid treden.
Zalig wie zijn getuigenis verstaan,
van ganser harte zoeken naar zijn vrede.
Geen onrecht en geen dwaling lokt hen aan.
De weg der zondaars wordt door hen gemeden.
|
47. Hoe zie ik uit, Heer, naar uw heilig recht,
hoe staat uw woord van trouw mij steeds voor ogen.
Leer mij doorgronden wat Gij hebt gezegd,
wees Gij om mij genadiglijk bewogen.
Verleen mij inzicht, dat ik als uw knecht
uw wil versta, uw wijsheid kennen moge.
|
- Stil gebed & bemoediging & groet
- NH 38 89: 1 + 2 + 3
1. Halleluja, lof zij de Heer!
Aanbidt de Vader, geeft Hem eer,
de Schepper aller dingen!
De roem van zijn barmhartigheid,
zijn wijsheid, macht en majesteit
moet al het schepsel zingen.
2. Halleluja, lof zij de Zoon,
gedaald van 's hemels hoge troon
tot heil van stervelingen!
Hem, die voor onze zonden stierf,
ons 't leven door zijn dood verwierf,
moet al het schepsel zingen.
|
3. Halleluja, de Geest zij eer!
Als in zijn tempel daalt Hij neer
in 't hart van stervelingen!
Hem, die ons troost en leert en leidt,
en voor de hemel toebereidt,
moet al het schepsel zingen. |
- Leefregel: Filipenzen 1: 9-11 (uit de NBV21)
9 Ik bid dat uw liefde steeds meer aan inzicht en fijnzinnigheid wint, 10 zodat u kunt onderscheiden waar het op aankomt. Dan zult u op de dag van Christus zuiver en onberispelijk zijn, 11 vol van de vruchten van de gerechtigheid, die u dankt aan Jezus Christus, tot lof en eer van God.
|
Halleluja, eeuwig dank en ere,
lof, aanbidding, wijsheid, kracht,
word' op aard' en in de hemel, Here,
voor uw liefd' U toegebracht!
Vader, sla ons steeds in liefde gade;
Zoon des Vaders, schenk ons uw genade;
uw gemeenschap, Geest van God,
amen, zij ons eeuwig lot!
|
- Gebed
- Kindermoment / kinderen gaan naar de kindernevendienst
- Lied volgt nog
- Bijbellezing: 1 Koningen 3: 5-15 (uit de NBV21)
5 Die nacht verscheen de HEER hem daar in een droom. "Vraag wat je wilt," zei God, "Ik zal het je geven." 6 Salomo antwoordde: "U bent uw dienaar, mijn vader David, altijd goedgezind geweest, omdat hij U trouw toegewijd was en steeds eerlijk en oprecht was tegenover U. U hebt hem een grote gunst bewezen door hem een zoon te geven die nu op zijn troon zit. 7 U, HEER, mijn God, hebt mij als opvolger van mijn vader David als koning aangesteld. Maar ik ben nog zo jong en ik heb geen ervaring. 8 Ik sta nu voor de taak uw uitverkoren volk te leiden, een volk zo talrijk dat het niet te tellen is. 9 Schenk uw dienaar een opmerkzame geest, zodat ik uw volk kan besturen en onderscheid kan maken tussen goed en kwaad. Want hoe zou ik anders recht kunnen spreken over dit immense volk van U?"
10 Het beviel de Heer dat Salomo juist hierom vroeg, 11 en Hij zei tegen hem: "Omdat je hierom vraagt - niet om een lang leven of grote rijkdom of de dood van je vijanden, maar om het vermogen om te luisteren en te onderscheiden tussen recht en onrecht - 12 zal Ik je wens vervullen. Ik zal je zo veel wijsheid en onderscheidingsvermogen schenken dat je iedereen vóór jou en na jou overtreft. 13 Ook waar je niet om gevraagd hebt zal Ik je geven: zo veel rijkdom en roem dat geen enkele andere koning je tijdens je leven zal evenaren. 14 En als je Mij gehoorzaamt en je houdt aan mijn bepalingen en geboden, zoals je vader David dat deed, zal Ik je een lang leven schenken."
15 Toen Salomo wakker werd, besefte hij dat hij een droom had gehad. Bij zijn terugkomst in Jeruzalem ging hij naar de ark van het verbond met de Heer, waar hij brandoffers en vredeoffers bracht. Hij nodigde al zijn hovelingen voor het feestmaal uit.
1 Beveel gerust uw wegen,
al wat u 't harte deert,
der trouwe hoed' en zegen
van Hem, die 't al regeert.
Die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan,
zal ook wel wegen vinden
waarlangs uw voet kan gaan.
|
3 Laat Hem besturen, waken,
't is wijsheid wat Hij doet!
Zo zal Hij alles maken,
dat ge u verwonderen moet,
als Hij, die alle macht heeft,
met wonderbaar beleid
geheel het werk volbracht heeft,
waarom gij thans nog schreit.
|
- Bijbellezing: 1 Koningen 3: 16-28 (uit de NBV21)
16 Kort daarna vroegen twee hoeren bij de koning gehoor. 17 De eerste vrouw vertelde: "Staat u mij toe, heer: deze vrouw en ik wonen in hetzelfde huis. In dat huis heb ik in haar bijzijn een zoon ter wereld gebracht. 18 Drie dagen later kreeg ook zij een zoon. Wij waren daar samen; er was niemand anders in huis, alleen wij tweeën. 19 Maar haar kind is ’s nachts doodgegaan, want zij was erop gaan liggen. 20 Toen is ze midden in de nacht opgestaan en heeft ze mijn kind bij me weggenomen, terwijl ik sliep. Ze nam mijn kind in haar armen en legde mij haar dode kind in de armen. 21 Toen ik de volgende ochtend mijn kind wilde voeden, merkte ik dat het dood was. Maar toen ik het nog eens goed bekeek, zag ik dat het niet het kind was dat ik gebaard had." 22 "Dat is niet waar!" zei de andere vrouw. "Het levende kind is van mij en het dode van jou." "Niet waar!" zei de eerste. "Het dode is van jou en het levende van mij." Zo bepleitten ze ieder hun zaak bij de koning.
23 De koning nam het woord en zei: "De één zegt: 'Mijn kind leeft en het jouwe is dood,' en de ander zegt: 'Nee! Het dode kind is van jou en het levende van mij.'" 24 En hij beval: "Breng mij een zwaard." Er werd hem een zwaard gebracht, 25 en toen zei hij: "Hak het levende kind in tweeën en geef hun ieder de helft." 26 De echte moeder van het levende kind kon de gedachte dat haar kind iets zou overkomen niet verdragen en riep uit: "Nee, heer, ik smeek u, geef het kind aan haar, maar dood het alstublieft niet!" De ander zei: "Als ik het niet krijg, krijg jij het ook niet. Hak het maar doormidden!" 27 Maar de koning deed de volgende uitspraak: "Het zal niet gedood worden. Geef het levende kind aan háár, want zij is de moeder."
28 Toen de Israëlieten hoorden welk vonnis de koning had geveld, kregen ze groot ontzag voor hem, want ze begrepen dat hij het recht handhaafde met goddelijke wijsheid.
1. Wees mijn verlangen, o Heer van mijn hart,
leer mij U kennen in vreugde en smart.
Laat mijn gedachten op U zijn gericht;
wakend of slapend, vervuld van uw licht.
2. Geef mij uw wijsheid, uw woorden van eer,
dat ik in U blijf en U in mij Heer,
U als mijn Vader en ik als uw kind
dat in uw armen geborgenheid vindt,
|
4. Wat baat mij rijkdom of eer van een mens:
bij U te wonen is al wat ik wens,
met als beloning dat ik op U lijk;
Hemelse Koning, pas dan ben ik rijk. |
- Overdenking
- Lied 313: 1 + 3 + 5
1 Een rijke schat van wijsheid
schonk God ons in zijn woord.
Hebt moed, gij die op reis zijt,
want daarmee kunt gij voort.
Gods woord is ons een licht,
en elk die in vertrouwen
daarnaar zijn leven richt,
die zal erin aanschouwen
des Heren aangezicht.
3 De geesten onderscheiden,
gaf God ons als gebod;
wie 't woord der waarheid mijden,
weerstaan het rijk van God.
Hoe bouwen zij op zand!
Straks zal hun huis bezwijken,
't houdt in de storm geen stand.
Dan zal aan ieder blijken
der dwazen onverstand.
|
5 O Gij die wilt ontmoeten
wie vragen naar uw wil,
zie hoe wij aan uw voeten
zitten en luisteren stil.
Geef dat tot U, o Heer,
't woord van uw welbehagen
niet ledig wederkeer',
maar dat het vrucht mag dragen,
uw grote naam ter eer. |
- Pastorale mededelingen
- Gedenken
- Evangelische liedbundel 189a: 1
1.
|
Vaste Rots van mijn behoud,
als de zonde mij benauwt,
laat mij steunen op uw trouw,
laat mij rusten in uw schauw,
waar het bloed, door U gestort,
mij de bron des levens wordt.
|
3.
|
Gij zijt, o Heer, mijn schuilplaats en mijn haven,
Gij zult aan mij al uw beloften staven.
Wat mij benauwt, Gij stelt U aan mijn zij,
omringt met liederen van bevrijding mij!
Gij zult mij voortaan door uw trouw bewaken,
Gij zult mijn leven vol van vreugde maken.
Ik zal mijn weg lichtvoetig verder gaan,
Gij gaat mij voor, Gij maakt voor mij ruim baan.
|
- Gebed
- Overige mededelingen + collecteaankondiging
- Slotlied 909: 1 + 2
1 Wat God doet, dat is welgedaan,
zijn wil is wijs en heilig.
'k Zal aan zijn hand vertrouwend gaan,
die hand geleidt mij veilig.
In nood is mij zijn trouw nabij.
Ja Hij, de Heer der Heren,
blijft eeuwig wijs regeren.
|
2 Wat God doet, dat is welgedaan.
Hij is mijn licht en leven.
Ik wil mijzelf van nu voortaan
blijmoedig aan Hem geven,
omdat ik weet in vreugd en leed:
zijn vaderlijk' ontferming
blijft eeuwig mijn bescherming.
|
Amen, amen, amen
Toelichting op de collecte
Dove mensen voelen zich vaak eenzaam en onbegrepen in gewone kerkelijke gemeenten. Hun visuele dovenwereld is een totaal andere dan de horende woordenwereld. Daarom is er binnen de Protestantse Kerk categoriaal pastoraat voor doven. Speciaal opgeleide dovenpastors helpen dove mensen om de weg met God te gaan, bijvoorbeeld in dovendiensten met gebarentaal. Dovenpastors maken deel uit van het Interkerkelijk Dovenpastoraat dat hen helpt zo goed mogelijk invulling te geven aan kerkelijk werk onder dove mensen.
|