zondag 17 maart 2024 om 09.30 uurDomkerk, 5e zondag in de 40 dagentijdVoorganger(s): Gertjan Pellikaan Tekst(en): MatteĆ¼s 26:46-56 Ouderling(en): Piet Buitelaar Organist: Wim Loef Beamer: Cees Vermeer
Orde van dienst: Welkom Aanvangslied - Gezang 429: 1 + 2 Stil gebed Cantorij (Sela) votum & groet
Gezang 429: 3 Leefregel: Lucas 6: 27-36 (uit de NBV21) 27 Tegen jullie die naar Mij luisteren zeg Ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, 28 zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. 29 Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt ook je onderkleed niet. 30 Geef aan ieder die iets van je vraagt, en eis je bezit niet terug als iemand het je afneemt. 31 Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen. 32 Is het een verdienste als je liefhebt wie jullie liefhebben? Want ook de zondaars hebben degenen lief die hen liefhebben. 33 En is het een verdienste als je weldaden bewijst aan wie weldaden bewijzen aan jullie? Ook de zondaars handelen zo. 34 En is het een verdienste als je geld leent aan degenen van wie jullie iets terug verwachten? Ook zondaars lenen geld aan zondaars in de verwachting alles terug te krijgen. 35 Nee, heb je vijanden lief, doe goed en leen geld aan anderen zonder iets terug te verwachten; dan zullen jullie rijkelijk worden beloond, en zullen jullie kinderen van de Allerhoogste zijn, want ook Hij is goed voor wie ondankbaar en kwaadwillig is. 36 Wees barmhartig zoals jullie Vader barmhartig is. Lied 537: 3 + 4 Gebed Cantorij: Volheid van genade
Bijbellezing: Matteüs 26: 46-56 (uit de NBV21) 46 "Sta op, laten we gaan; kijk, hij die Mij uitlevert, is al vlakbij." 47 Nog voor Jezus uitgesproken was, kwam Judas eraan, een van de twaalf, in gezelschap van een grote, met zwaarden en knuppels bewapende bende, die door de hogepriesters en de oudsten van het volk was gestuurd. 48 Judas, die Hem zou uitleveren, had met hen een teken afgesproken. "Degene die ik kus," had hij gezegd, "die is het, die moet je gevangennemen." 49 Hij liep recht op Jezus af, zei: "Gegroet, rabbi!" en kuste Hem. 50 Jezus zei tegen hem: "Vriend, ben je daarvoor gekomen?" Daarop kwamen de mannen naderbij, grepen Jezus vast en namen Hem gevangen. 51 Nu greep een van Jezus' metgezellen naar zijn zwaard. Hij trok het, haalde uit en sloeg de dienaar van de hogepriester een oor af. 52 Daarop zei Jezus tegen hem: "Steek je zwaard terug op zijn plaats. Want wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen. 53 Je weet toch dat Ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen of Hij stelt Mij onmiddellijk meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking. 54 Maar hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, waar staat dat het zo moet gebeuren?" 55 Toen zei Jezus tegen de mannen: "U bent er met zwaarden en knuppels op uit getrokken om Mij te arresteren, alsof Ik een misdadiger ben! Dagelijks was Ik in de tempel om onderricht te geven, en toen hebt u Me niet gevangengenomen; 56 maar dit alles gebeurt omdat de geschriften van de profeten in vervulling moeten gaan." Daarop lieten alle leerlingen Hem in de steek en vluchtten weg. Gezang 180: 1 + 2 + 7 Overdenking Evangelische Liedbundel 229: 1 + 2 + 3 Pastorale mededelingen Gedenken Lied 886: 1 Gebed Overige mededelingen Collecte Slotlied 885: 1 + 2 Zegen Amen, amen, amen | |||||||
terug |