zaterdag 8 april 2023 om 20:30 uur

Stille zaterdag
Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel
Ouderling(en): Jan den Hoed

Beamer: Wim de Vos
Streamer: Evert vd Berg
Locatie: Domkerk

Klik op de button om mee te luisteren   
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo:  


Orde van dienst:
Thema:
Vanuit geloof weer opgericht
We komen in stilte de kerk binnen. De kerk is schaars verlicht….
Gebed om de Heilige Geest
We zoeken hopen en houvast in de verhalen die ons dragen – vanuit geloof lezen we 
[Schepping]
Lezing uit het Oude Testament: Psalm 33: 6-9       
Door het woord van de HEER is de hemel gemaakt, door de adem van zijn mond het leger der sterren.
Hij verzamelt het zeewater en sluit het in, hij bergt de oceanen in schatkamers weg.
Laat heel de aarde vrezen voor de HEER, en wie de wereld bewonen hem duchten,
want hij sprak en het was er, hij gebood en daar stond het.
Lied 162: 1 + 4 + 6
1. In het begin lag de aarde verloren
    in het begin in de duisternis;
    God sprak zijn woord en het licht werd geboren,
    ’t licht dat vandaag onze dag nog is.

4. In het begin zijn de sterren gaan branden,
    in het begin kwam de zon en d' maan.
    Boven het land en de zee en de stranden
    wijzen zij wegen en tijden aan.

6. In het begin riep God mensen tot leven,
    in het begin was het woord in hun mond.
    Wat was het goed om op aarde te wonen,
    wat was God blij dat de wereld bestond.

Lezing uit het Oude Testament: Psalm 16: 5-11
HEER, mijn enig bezit, mijn levensbeker, u houdt mijn lot in handen.
Een lieflijk land is voor mij uitgemeten, ik ben verrukt van wat mij is toebedeeld.
Ik prijs de HEER die mij inzicht geeft, zelfs in de nacht spreekt mijn geweten.
Steeds houd ik de HEER voor ogen, met hem aan mijn zijde wankel ik niet.
Daarom verheugt zich mijn hart en juicht mijn ziel, mijn lichaam voelt zich veilig en beschut.
10 U levert mij niet over aan het dodenrijk en laat uw trouwe dienaar het graf niet zien.
11 U wijst mij de weg naar het leven: overvloedige vreugde in uw nabijheid, voor altijd een lieflijke plek aan uw zijde.

Lied 16b (3x)
Behoed mij, o God, ik vertrouw op U. U
wijst mij de weg ten leven. Bij U is
vreugde, blijvende vreugde.

Lezing uit het Oude Testament: Psalm 30: 2-6
Hoog wil ik u prijzen, HEER, want u hebt mij gered en mijn vijand geen reden gegeven tot vreugde.
HEER, mijn God, ik riep tot u om hulp en u hebt mij genezen.
HEER, u trok mij uit het dodenrijk omhoog, ik daalde af in het graf, maar u hield mij in leven.
Zing voor de HEER, allen die hem trouw zijn, loof zijn heilige naam.
Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang, met tranen slapen we ’s avonds in, ’s morgens staan we juichend op.

Lied 30: 4 + 5

4. Ik riep U aan in grote nood:
    ‘Ach Heer, wat winst is in mijn dood?
    Zal ik nog zingen tot uw lof,
    als ik terneerlig, stof in stof?
    Heer, hoor mij, zend mij uw bescherming!   
    Heer, red mij, toon mij uw ontferming!'
5. Gij hebt mijn weeklacht en geschrei
    veranderd in een blijde rei!
    Mijn rouwkleed hebt Gij weggedaan,   
    uw vreugdekleed deed Gij mij aan,
    dat ik zou zingen tot uw ere
    in eeuwigheid, mijn God, mijn Here!

Lezing uit het Oude Testament: Psalm 51: 9-15
Neem met majoraan mijn zonden weg en ik word rein, was mij en ik word witter dan sneeuw.
10 Laat mij vreugde en blijdschap horen: u hebt mij gebroken, laat mij ook juichen.
11 Sluit uw ogen voor mijn zonden en doe heel mijn schuld teniet.
12 Schep, o God, een zuiver hart in mij, vernieuw mijn geest, maak mij standvastig,
13 verban mij niet uit uw nabijheid, neem uw heilige geest niet van mij weg.
14 Red mij, geef mij de vreugde van vroeger, de kracht van een sterke geest.
15 Dan wil ik verdwaalden uw wegen leren, en zullen zondaars terugkeren tot u.

Psalm 51: 5
5. Schep in mij, God, een hart dat leeft in ’t licht,
    geef mij een vaste geest, die diep van binnen
    zonder onzekerheid U blijft beminnen,
    verwerp mij niet van voor uw aangezicht.
    Ontneem mij niet uw heilige Geest, o God,
    laat in uw heil mijn hart zich nu verblijden,
    en richt geheel mijn wil op uw gebod,
    dan zal ik zondaars op uw wegen leiden.

Lezing uit het Oude Testament: Psalm 126
Een pelgrimslied.
Toen de HEER het lot van Sion keerde, was het of wij droomden,
2een lach vulde onze mond, onze tong brak uit in gejuich.
Toen zeiden alle volken: ‘De HEER heeft voor hen iets groots verricht.’
3Ja, de HEER had voor ons iets groots verricht, we waren vol vreugde.
4Keer ook nu ons lot, HEER, zoals u water doet weerkeren in de woestijn.
5Zij die in tranen zaaien, zullen oogsten met gejuich.
6Wie in tranen op weg gaat, dragend de buidel met zaad,
zal thuiskomen met gejuich, dragend de volle schoven.

Psalm 126: 2
2. Gij hebt, o Heer, ons bijgestaan
    en grote dingen ons gedaan.
    Gij hebt uw stad opnieuw gesticht,
    wij juichen in het morgenlicht.
    Laat alle ballingen nu keren
    en juichen in het huis des Heren.
    Wend thans ons lot, maak ons verblijd
    als steppen in de regentijd.

Gebed
Meditatieve stilte

DOOPGEDACHTENIS
Inleiding op de doopgedachtenis
Lied 353
1. Nu heeft het oude leven afgedaan!
    Wij mogen aan de toekomst toebehoren,
    want grote dingen heeft de Heer gedaan:
    wij zijn als kinderen van God herboren.

2. Geen macht op aarde houdt hem in zijn macht
    die werd begraven in de dood des Heren,
    die opstond tot het leven in zijn kracht
    om aan zijn hand een nieuwe weg te leren.

3. Water en Geest verwekten door de doop
    een nieuwe mens, die voortaan vrij mag leven.
    Bevrijd van zonde en vervuld van hoop
    mag hij zijn krachten aan het Godsrijk geven.

4. ’t Lied van de vreugde gaat van mond tot mond:
    Gods liefde heeft ons samen uitverkoren
    om overal, de hele wereld rond,
    de boodschap van zijn rijk te laten horen.

[Vernieuwing en opstanding]

Lezing uit het Nieuwe Testament: Romeinen 6: 3-5 door: Joke Groeneveld
Weet u niet dat wij die gedoopt zijn in Christus Jezus, zijn gedoopt in zijn dood? We zijn door de doop in zijn dood met hem begraven om, zoals Christus door de macht van de Vader uit de dood is opgewekt, een nieuw leven te leiden. Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding.

Lied 351: 1 + 2
1. In U zijn wij begrepen, / in U zijn wij gedoopt.
    Uw dood werd ons ten teken, / uw leven onze hoop.
    Nu weten wij voorgoed: / Gij zult ons nooit begeven,
    uw lichaam is ons leven, / uw offer is ons bloed.

2. Wij zijn in U begraven, / wij staan met U rechtop. 
    Wij zijn niet langer slaven, / maar kinderen van God. 
    Een wereld zijn wij oud, / maar nieuw als deze morgen,
    geborgen ongeboren, / verloren tot behoud.

Verzaking en geloofsbelijdenis
Broeders en zusters, in de doop zijn wij met Christus begraven
om met Hem ten leven te worden opgewekt.
Daarom vraag ik allen (die hun doop willen gedenken),
uw stem te verheffen en mij antwoord te geven:

Wilt u de Heer uw God dienen en naar zijn stem alleen horen?
G:        JA, DAT WIL IK

Wilt u zich verzetten tegen alle mac­hten
die als goden over ons willen heersen?
G:        JA, DAT WIL IK

Wilt u ieder slavenjuk afwerpen
en leven in de vrijheid van Gods kinderen?
G:        JA, DAT WIL IK

Schaam u dan niet om Christus te belijden,
want het evangelie is een kracht van God tot behoud van ieder die gelooft;
en antwoordt in gemeenschap met de kerk van alle eeuwen:

Gezongen geloofsbelijdenis Lied 344
1. Wij geloven één voor één en ook samen:
    de Heer is God en anders geen.
    Amen, amen.

2. Wij geloven in de naam Jezus Christus,
    gestorven en weer opgestaan.
    Halleluja!

3. Wij geloven dat de Geest ook nog heden
    de wereld en onszelf geneest.
    Vrede, vrede.

Doopgedachtenis
Allen die gedoopt zijn, kunnen naar voren komen om twee aan twee met het water uit de doopvont een kruisteken op het voorhoofd te maken met de duim, als teken van het beamen van de doop. U kunt ook mij als voorganger vragen dit te doen. Daarna kunt u gaan zitten.

Ondertussen zingen wij:

Lied 612
Wij komen als geroepen // en aan het licht gebracht.
Het leven te begroeten // heeft God ons toegedacht.
Wij komen als geroepen, // getekend met een naam,
van ongeweten toekomst // de mede-erfgenaam.

Geroepen om te leven, // gehouden aan zijn woord
van uitgesproken vrede, // van liefde ongehoord.
Herboren, uitgetogen // uit de toevalligheid,
bestemd voor de genade, // het donker al voorbij.
Getekend voor ons leven // als kind'ren van het licht,
gezaaid op hoop van zegen, // de dag als vergezicht.
God, breng ons zelf op adem // en treed in ons bestaan.
Bezegel onze vreugde // hier met uw eigen naam!

V:       Moge de almachtige God,
          de Vader van onze Heer Jezus Christus,
          die ons heeft doen herboren worden
          uit water en heilige Geest
          en ons vergeving heeft geschonken van onze zonden,
          ons door zijn genade bewaren
          tot eeuwig leven in Christus, onze Heer.
G:        Amen.

Voorganger en ouderling van dienst lopen richting de hoofduitgang (toren) om het licht te halen

Lofprijzing
De ouderling houdt de paaskaars vast en de voorganger zegt:    

V:       Christus, gisteren en vandaag. Begin en Einde – Alfa en Omega,
Hem behoren tijd en eeuwigheid, heerlijkheid en heerschappij,
in de eeuwen der eeuwen.   

Aansteken van de paaskaars

Als de paaskaars ontstoken is        
V:       Het licht van Christus die in heerlijkheid verrezen is,
moge de duisternis uit ons leven verdrijven.
De nacht is voorbij gegaan, de dag is aangebroken:
de zon van de gerechtigheid gaat over ons op, een nieuw begin.
G:        Amen

Intocht van het licht
De brandende paaskaars wordt binnen binnengebracht terwijl we zingen

Lied – Als alles duisters is
Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur
dat nooit meer dooft, een vuur dat nooit meer dooft.

Het aansteken van de kaarsen aan de paaskaars
We ontsteken onze kaars aan de paaskaars en geven het licht door en vormen een kring door de kerk. Tot het licht iedereen bereikt heeft, zingen we:

Lied 600
Licht, ontloken aan het donker,
licht, gebroken uit de steen,
licht, waarachtig levensteken,
werp uw waarheid om ons heen!

Licht, geschapen, uitgesproken,
licht, dat straalt van Gods gelaat,   
licht uit licht, uit God geboren,
groet ons als de dageraad!

Licht, aan liefde aangestoken,
licht, dat door het donker brandt,
licht, jij lieve lentebode,
zet de nacht in vuur en vlam!
Licht, verschenen uit den hoge,
licht, gedompeld in de dood.
licht, onstuitbaar, niet te doven,
zegen ons met morgenrood!

Licht, straal hier in onze ogen,
licht, breek uit in duizendvoud,
licht, kom ons met stralen tooien,   
ga ons voor van hand tot hand!

We gaan met onze kaars naar onze eigen plek en verspreiden zo het licht.

Op onze plek blazen we de kaarsen uit.
Let er op dat uw kaars uit is als u deze neerlegt.

De kerk wordt wat meer verlicht.

Symbolisch bloemschikken
De sluier van het bloemstuk wordt weggenomen door Marri-Janne van Dam

---

OVERGANG NAAR PASEN

Lezing uit het Nieuwe Testament: Lucas 24: 1-11
241Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. 2Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, 3en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. 4Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. 5Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: ‘Waarom zoekt u de levende onder de doden? 6Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt.
Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: 7de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’ 8Toen herinnerden ze zich zijn woorden.
9Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd. 10De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd, 11maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet.

Lied 631: 1 + 2
1. Tussen waken, tussen dromen,
    in het vroege morgenlicht,
    wordt de steen van ’t graf genomen,    
    horen vrouwen het bericht
    dat door dood en duisternis
    Jezus leeft en bij ons is.
2. Zij die zich als eersten buigen   
    over leven in haar schoot
    zijn op Pasen kroongetuigen
    van nieuw leven uit de dood.
    Vrouwen hebben Hem ontmoet,
    weten zich bevrijd voorgoed.

Afronding thema

Lied 243: 1 + 2 + 7
1. O Heer mijn God, ook deze nacht
    zij lof en eer U toegebracht
    omdat Gij dag en duister schept
    en ons het licht gegeven hebt.

2. Om Christus’ wil doe mij niet aan
    het kwaad dat ik U heb gedaan,
    veeleer vergeef mij, Heer, en geef
    dat ik voortaan in vrede leef.

7. Loof God de Heer die eeuwig leeft,
    alles uit niets geschapen heeft,
    die ons tot aan zijn dag behoedt
    en onze ogen open doet!

Zending en zegen
Afgesloten met 3x amen


Wij wensen u/jou een genaderijke nacht toe.
Rust in geloof, hoop en liefde en ontwaak vanuit een nieuw begin.
 
We hopen u/jou op Paasmorgen in gezondheid te begroeten.




 

terug