zondag 12 maart 2023
om 19:00 uur
Domkerk, zangdienst
Voorganger(s): ds. Gerard van Velzen
Ouderling(en): Pete de Bruijn
Organist: Jobje Versteeg-Zuur
Collecte: 1. Kerk in Actie: kliederkerk, 2 de kerk
Locatie: Domkerk
Klik op de button om mee te luisteren
Orde van dienst:
Orgelspel
Welkom
Intochtslied: Gezang 177: 1 + 2 + 3 + 7 Liedboek 1973
1 Leer mij, o Heer, uw lijden recht betrachten,
in deze zee verzinken mijn gedachten;
o liefde die, om zondaars te bevrijden,
zo zwaar moest lijden.
2 'k Zie U, God zelf, in eeuwigheid geprezen,
tot in de dood als mens gehoorzaam wezen,
in onze plaats gemarteld en geslagen,
de zonde dragen. |
3 O allerheiligst, onuitspreeklijk wonder:
de Rechter zelf gaat aan het recht ten onder.
O wreed geding; wie kan geheel doorgronden
de vloek der zonden.
7 Laat mij, o Heer, uw wondre wijsheid prijzen,
dwaasheid en ergernis voor wereld wijzen,
laat mij uw kruis dat sterken zwakheid noemen
als sterkte roemen. |
Stil gebed
Bemoediging en groet
Psalm 116: 1 + 2 + 3
Aanvangstekst: Jesaja 53: 10-11
10Maar de HEER wilde hem breken, Hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor de schuld van anderen, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde.
11Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich.
Apostolische Geloofsbelijdenis-gezongen: Lied 340b
Gebed
Evangelische Liedbundel 118: 1 + 2 + 3 + 4
1 Hij kwam bij ons, heel gewoon,
de Zoon van God als mensenzoon.
Hij diende ons als een knecht,
en heeft zijn leven afgelegd.
Refrein:
Zie onze God, de Koning-Knecht.
Hij heeft zijn leven afgelegd.
Zijn voorbeeld roept om te dienen elke dag,
gedragen door zijn liefd' en kracht.
2 En in de tuin van de pijn
verkoos Hij als een lam te zijn,
verscheurd door angst en verdriet
maar toch zei Hij: ’Uw wil geschied’.
(refrein) |
3 Zie je de wonden zo diep?
De hand die aard' en hemel schiep
vergaf de hand die Hem sloeg,
de man, die onze zonden droeg.
(refrein)
4 Wij willen worden als Hij.
Elkanders lasten dragen wij.
Wie is er need’rig en klein?
Die zal bij ons de grootste zijn.
(refrein) |
Schriftlezing: 1 Korintiërs 2: 1-5
21 Broeders en zusters, toen ik bij u kwam om u het geheim van God te verkondigen, beschikte ook ik niet over uitzonderlijke welsprekendheid of wijsheid. 2 Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde. 3 Bovendien kwam ik bij u in al mijn zwakheid en was ik angstig en onzeker. 4 De boodschap die ik verkondigde overtuigde niet door wijsheid, maar bewees zich door de kracht van de Geest, 5want uw geloof moest niet op menselijke wijsheid steunen, maar op de kracht van God.
Evangelische Liedbundel 114: 1 t/m 8
allen:
1 Als ik in gedachten sta
bij het kruis van Golgotha,
als ik hoor wat Jezus sprak,
voor zijn oog aan 't kruishout brak.
vrouwen:
2 Hoe nog stervende zijn mond
troost voor vriend en moeder vond,
weet ik: 'Hij vergeet ons niet,
schoon Hij stervend ons verliet.'
mannen:
3 Hoor ik dan, hoe Jezus bad
voor wie Hem gekruisigd had,
'k weet dan: 'Bij de Heiland is
ook voor mij vergiffenis.'
vrouwen:
4 Zie ik, hoe genaad' ontving,
die met Hem aan 't kruishout hing,
'k bid, mij voelend hem gelijk,
'Heer, gedenk mij in uw rijk!' |
mannen:
5 Hoor ik, hoe Hij klaagde, dat
Hem zijn God verlaten had,
'k weet dan, wat mij ook ontvall',
God mij nooit verlaten zal!
vrouwen:
6 Hoor ik, hoe Hij riep: 'Mij dorst!'
dan roep ik: 'O Levensvorst,
Gij, Gij naamt de bitt're dronk,
die deez' aard verzoening schonk!'
mannen:
7 Op zijn kreet: 'Het is volbracht',
antwoordt mijn aanbidding zacht:
'Jezus, ook voor mij verwierft
Gij verlossing, toen Gij stierft.'
allen:
8 Hoor ik, hoe het laatst van al
Hij zijn geest aan God beval,
weet ik ook mijn geest en lot
in de handen van mijn God. |
Overdenking
Meditatief orgelspel
Lied 598
Pastoralia
Lied 547: 1 + 2 + 4 + 6
Overige mededelingen
Dankgebed en voorbeden
Lied 578: 1 + 2 + 3 + 6
Overige mededelingen
Slotlied: Evangelische Liedbundel 371: 1 + 2 + 3 + 4
1 Mijn Jezus, ik houd van U, ik noem U mijn vriend,
want U nam de straf op U die ik had verdiend.
De grote Verlosser, mijn Redder bent U;
’k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
2 Mijn Jezus, ik houd van U, want U hield van mij,
toen U aan het kruis hing, een wond in uw zij.
Voor mij de genade, een doornenkroon voor U;
’k heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu. |
3 Ik zal van U houden in leven en dood.
en ik wil U prijzen, zelfs dan in mijn nood.
Als ik kom te sterven, dan roep ik tot U:
’k Heb van U gehouden, maar nooit zoveel als nu.
4 Als ik in Uw Glorie, uw eeuwigheid kom,
dan buig ik mij voor U in uw heiligdom.
Gekroond met Uw heerlijkheid zal ’k zingen voor U:
’k Heb van U gehouden, maar nooit zo veel als nu. |
Zegen
Uitleidend orgelspel
|