Laatste zondag van het kerkelijk jaar Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel & Gertjan Pellikaan Ouderling(en): Leo Hanemaaijer Organist: Christian Hutter
Beamer: Paul Mosterd Streamer: Samuel Pellikaan Collecte: 1. KIA NL Samen gedenken, 2 de kerk Locatie: Domkerk
Klik op de button om mee te luisteren
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo:
De laatste zondag van het kerkelijk jaar, we herdenken de gemeenteleden die ons afgelopen jaar ontvielen.
1. Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zo als een mantel om mij heen geslagen,
zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht,
ik roep zijn naam, bestorm Hem met mijn vragen,
dat Hij mij maakt, dat Hij mijn wezen richt.
Wil mij behoeden en op handen dragen.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Vervolg intochtslied 221: 2
2. Want waar ben ik, als Gij niet wijd en zijd
waakt over mij en over al mijn gangen.
Wie zou ik worden, waart Gij niet bereid
om, als ik val, mij telkens op te vangen.
Ik leef niet echt, als Gij niet met mij zijt.
Ik moet in lief en leed naar U verlangen.
Kyriëbed
Lied 221: 3
3. Spreek Gij het woord dat mij vertroosting geeft,
dat mij bevrijdt en opneemt in uw vrede.
Ontsteek die vreugde die geen einde heeft,
wil alle liefde aan uw mens besteden.
Wees Gij vandaag mijn brood, zowaar Gij leeft –
Gij zijt toch zelf de ziel van mijn gebeden.
Gedicht: De oude droom – Paul van Vliet
Er was eens een droom en die droom leek vervlogen
en hij scharrelde eenzaam en oud door de stad.
Door vrienden van vroeger verloochend, bedrogen,
een karikatuur die zijn tijd had gehad.
En die stokoude droom ging langs deuren van huizen
Waar ooit hij het stralende middelpunt was.
Geliefd en aanbeden, een held in 't verleden
met een kroon op zijn hoofd en met vleugels van glas.
Hij nam ons mee, langs wegen van liefde
tot hoog in de bergen naar toppen van kracht.
En het uitzicht daarboven was niet te geloven
zo mooi en zo ver en nog nooit zo gedacht.
Maar die stokoude droom zwerft nu door de straten,
verhongerd, vermagerd, verarmd en half blind.
En niemand heeft tijd om wat met hem te praten
alleen af en toe nog een gek of een kind.
Dus als je ‘m tegen komt één dezer dagen
Haal hem in huis, probeer het een keer
Geef hem een stoel en dan moet je hem vragen
“Hee ouwe droom, hoe zat het ook weer…”
Dat jij ons meenam langs wegen van liefde
tot hoog in de bergen, naar toppen van kracht.
de wereld hervormen, de hemel bestormen
met nieuwe ideeën, nog niet eerder bedacht.
Want die stokoude droom heeft nog heel veel te geven.
Hij heeft een geheim en dat zijn wij soms kwijt,
maar hij zal ons ook allemaal overleven.
Hij is zo oud als de wereld, maar zo jong als de tijd.
Maar je moet hem beschermen, je moet hem verzorgen.
Je moet hem koesteren onder de zon.
Je moet hem vertrouwen, en vandaag al of morgen
weet je het weer waar het ooit om begon.
Dan neemt hij je mee weer langs wegen van liefde
tot hoog in de bergen, naar toppen van kracht.
En dáár zal dan blijken dat je vérder kunt kijken
En hóger kunt reiken dan je óóit had gedacht.
Lezing uit het Oude Testament: Klaagliederen 1:1-5, 3:31-36
11Ach, hoe eenzaam zit zij neer, de eens zo levendige stad.
Een weduwe is ze geworden, zij die groot was onder de volken,
de vorstin van de gewesten is tot slavernij vervallen. 2Heel de nacht weent zij, haar wangen zijn nat van tranen.
Er is niemand die haar troost, niemand van haar vele minnaars;
geen vriend bleef haar trouw, allen zijn haar vijandig gezind. 3Juda is verbannen na een tijd van nood en zware onderdrukking;
zij zit neer te midden van de volken, maar vindt geen rust:
haar vervolgers belagen haar, drijven haar in het nauw. 4De wegen naar Sion treuren, er zijn geen feestgangers meer.
Haar poorten liggen verlaten, haar priesters zuchten,
haar meisjes zijn bedroefd. En zijzelf: bitter is haar lot. 5Haar vijanden zijn heer en meester, zo zeker van zichzelf.
De HEER heeft haar dit aangedaan om haar vele overtredingen.
Haar kinderen zijn gevangen weggevoerd, voor de vijand uit.
31Want de Heer verwerpt niet voor eeuwig. 32Als Hij leed berokkent, ontfermt Hij zich ook, zo groot is zijn liefde; 33slechts met tegenzin brengt Hij leed en rampspoed over de mensen. 34Dat men overal op aarde gevangenen vertrapt, 35dat men iemands rechten schendt onder de ogen van de Allerhoogste, 36dat men een mens een eerlijk vonnis onthoudt – zou de Heer het niet zien?
Lied 903: 3 + 5
3. In het duister van de tijden
ben ik nooit alleen geweest,
want God gaf mij ten geleide
op mijn wegen woord en Geest.
Ja, de Heer doet mij geloven,
Hij ontstak in mij het licht
van het innerlijk gezicht, –
dat zal dood noch duivel doven.
Alle dingen hebben tijd,
maar Gods liefde eeuwigheid.
5. Al mijn zorgen zijn zijn zorgen,
en zo slaap ik rustig in,
dat ik elke nieuwe morgen
opgewekt mijn werk begin.
Ach, in angst en in ellende
zou ik leven, als ik niet
wist, dat God de Heer mij ziet,
als ik God, mijn God niet kende.
Alle dingen hebben tijd,
maar Gods liefde eeuwigheid.
Lezing uit het Nieuwe Testament: Romeinen 8: 18-26
18Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. 19De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat de luister van Gods kinderen openbaar wordt. 20Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door Hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar er is hoop, 21omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt. 22Wij weten dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt. 23En zij niet alleen, ook wijzelf, die als voorschot de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten in onszelf in afwachting van de openbaring dat we kinderen van God zijn: de verlossing van ons sterfelijk bestaan. 24In deze hoop zijn we gered. Als we echter nu al zouden zien waarop we hopen, zou het geen hoop meer zijn. Wie hoopt er nog op wat hij al kan zien? 25Maar als wij hopen op wat we nog niet zien, blijven we in afwachting daarvan volharden. 26En bovendien komt de Geest onze zwakheid te hulp; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten.
Lied 756: 1 + 2 + 3 + 6
1. Laat komen, Heer, uw rijk,
uw koninklijke dag,
toon ons uw majesteit,
Messias, uw gezag!
2. Waar blijft het overlang
beloofde land van God,
waar liefde en lofgezang
verdrijven leed en dood?
3. Dat land, het ons vanouds
vertrouwde Kanaän,
waar God zijn stad herbouwt;
Sion, waar zijt ge dan?
6. Wij bidden, Heer, sta op
en kom in heerlijkheid!
Op U staat onze hoop
die onze herder zijt!
Verkondiging
Meditatieve stilte
Lied 422
1. Laat de woorden
die we hoorden
klinken in het hart.
Laat ze vruchten dragen
alle, alle dagen
door uw stille kracht.
2. Laat ons weten,
nooit vergeten
hoe U tot ons spreekt:
sterker dan de machten
zijn de zwakke krachten,
vuur dat U ontsteekt.
3. Laat ons hopen,
biddend hopen,
dat de liefde wint.
Wil geloof ons geven
dat door zo te leven
hier Gods rijk begint.
Gedenken
Gedicht
Wij gedenken de namen
Lied – Tekst Kees van der Zwaard (melodie lied 730)
Heer, herinner U de namen,
ieder die gestorven is.
Zie ons aan zoals wij kwamen
uit de diepte, het verlies
van de mensen, die wij dragen
op de lippen, in ons hart,
die wij missen sinds de dagen,
dat de dood ons huis verwart.
Uit het duister van de dalen
zoeken wij uw nieuw gebied.
Laat ons niet in schuld verdwalen,
niet verzanden in verdriet.
U bent onze hoop voor ogen,
spreek één woord: je bent bemind,
zoals Jezus werd bewogen
met ontferming voor een kind.
Afkondigingen / mededelingen
Dankgebed en voorbeden
Stil gebed
Onzevader
Mededelingen
Slotlied 939: 1 + 3
1. Op U alleen, mijn licht, mijn kracht,
stel ik mijn hoop. U zorgt voor mij.
Door golven heen, door storm en nacht
leidt mij uw hand. U blijft nabij.
Uw vrede diep, uw liefde groot
verjaagt mijn angst, verdrijft de dood.
Mijn vaste rots, mijn fundament,
U bent de grond waarop ik sta.
3. Van eerste kreet tot laatste zucht
leef ik in U, en U in mij.
Geen boze macht, geen kwaad gerucht,
niets is er dat mij van U scheidt.
Want U regeert, U overwint,
U neemt mij aan. Ik ben Gods kind.
Totdat U komt, mij roept voorgoed,
bent U het doel van mijn bestaan.
Zending en Zegen
Toelichting collecte
Omzien naar mensen binnen en buiten de kerk. De kern van pastoraat is omzien naar elkaar in de naam van Christus. Het is de hulp die we elkaar bieden om de weg met God te gaan, in alle omstandigheden van het leven. Binnen de gemeente, maar vaak ook buiten de muren van de kerk. Zeker ook voor mensen in kwetsbare omstandigheden. Wat kan het belangrijk zijn: een luisterend oor en een begrijpend woord. Om gemeenteleden toe te rusten in hun pastorale taken heeft Protestantse Kerk materialen en trainingen ontwikkeld. Zoals de training ‘Leiding van uitvaarten’, waar ingegaan wordt op wat er komt kijken bij het verzorgen van een uitvaart, zoals het gesprek met de nabestaanden, het samenstellen van de liturgie en ook het spreken in het openbaar. Naast de diverse pastorale trainingen zijn er ook brochures, gedichten- en gebedenboekjes beschikbaar en een online ideeënbank met suggesties voor het organiseren van pastorale activiteiten. www.protestantsekerk.nl/pastoraat Met uw bijdrage aan de collecte steunt u de Protestantse Kerk in het ontwikkelen van pastorale trainingen en toerustingsmaterialen. Geef aan de collecte of maak een bijdrage over op U kunt uw gift overmaken op NL78 RABO 0336 2043 37 t.n.v. Protestante Gemeente De Lier o.v.v. Kerk in actie, Samen gedenken