zondag 28 augustus 2022 om 09:30

Domkerk
Voorganger(s): Gertjan Pellikaan
Tekst(en): Marcus 6: 30-44
Ouderling(en): Pete de Bruijn
Organist: Christian Hutter

Beamer: Cees Vermeer
Streamer: Samuel Pellikaan
Bijbellezer: Petra Dijkstra-Voskamp 
Collecte: 1. diaconie, 2 de kerk
Locatie: Domkerk

Klik op de button om mee te luisteren   
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo:  

Kindernevendienst:
Onderwerp: Vijf broden en twee vissen. Marcus 6: 30-44 

   
Orde van dienst:
  • Welkom
  • Aanvangslied 98: 1 + 3
  • Stil gebed & bemoediging & groet
  • Lied 975: 1 + 3 + 4
  • Leefregel - 2 Korintiërs 9:6-15
  • Lied 704: 1 + 3
  • Gebed
  • Zingend Geloven 1.24: 1 + 4 + 6
1 Lof zij den Here,
   die, zijn naam ter ere,
   ons hart verheugt aan 't maal van zijn genade,
   ons moed geeft in het machtsgebied van 't kwade.   
   Lof zij den Here!

4 Gij die uw leven
   voor ons hebt gegeven,
   o levend brood gebroken voor onze ogen,
   sterk onze moed, dat we_U gelijken mogen.
   Lof zij den Here!
6 Doe, Heer, ons heden
   in uw voetspoor treden
   en laat ons met U als Gods vrije zonen
   en dochters in uw stad van vrede wonen!
   Lof zij den Here!
  • Kindermoment
  • Evangelische Liedbundel 422: 1 + 2 + 3
  • Schriftlezing: Marcus 6: 30-44 uit de NBV21
30 De apostelen kwamen weer terug bij Jezus en vertelden Hem over alles wat ze gedaan hadden en wat ze de mensen onderwezen hadden.  31 Hij zei tegen hen: "Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten." Want het was een voortdurend komen en gaan van mensen, zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten.  32 Ze voeren met de boot naar een afgelegen plaats, om daar alleen te kunnen zijn.  33 Maar hun vertrek werd opgemerkt, en velen herkenden hen; uit alle steden haastten de mensen zich over land naar die plaats en ze kwamen er nog eerder aan dan Jezus en de apostelen.  34 Toen Hij uit de boot stapte, zag Hij een grote menigte en voelde medelijden met hen, want ze waren als schapen zonder herder, en Hij onderwees hen langdurig.
35 Toen er al veel tijd was verstreken, kwamen zijn leerlingen naar Hem toe en zeiden: "Dit is een afgelegen plaats en het is al laat.  36 Stuur hen weg, dan kunnen ze naar de dorpen en gehuchten in de omtrek gaan om eten voor zichzelf te kopen."  37 Maar Hij zei: "Geven jullie hun maar te eten!" Ze vroegen Hem: "Moeten wij dan voor tweehonderd denarie brood gaan kopen om hun te eten te geven?"  38 Toen zei Hij: "Hoeveel broden hebben jullie bij je? Ga eens kijken." Ze gingen kijken en zeiden: "Vijf, en twee vissen."  39 Hij zei tegen hen dat ze de mensen opdracht moesten geven om in groepen in het groene gras te gaan zitten.  40  Ze gingen zitten in groepen van honderd en groepen van vijftig.
41 Hij nam de vijf broden en de twee vissen, keek omhoog naar de hemel, sprak het zegengebed uit, brak de broden en gaf ze aan zijn leerlingen om ze aan de menigte uit te delen; ook de twee vissen verdeelde Hij onder allen die er waren.  42 Iedereen at en werd verzadigd.  43 Ze haalden de overgebleven stukken brood op, waar wel twaalf manden mee konden worden gevuld, en ook wat er over was van de vissen.  44 Vijfduizend mensen hadden van de broden gegeten.
  • Lied 837: 1 + 2 + 4
  • Overdenking
  • Zingenderwijs 4: 1 + 2 + 3
1 Als mensen leren geven
   en delen met elkaar,
   dan vieren wij het leven
   en wordt de vrede waar.
   Als mensen durven dromen
   van het beloofde land
   dan kan er liefde komen,
   gaan mensen hand in hand.

2 Als mensen willen nemen
   steeds groter en steeds meer,
   dan worden vrienden vreemden,    
   daalt haat op aarde neer.
   Maar als wij leren horen
   naar wat Gods woord ons vroeg,
   dan is voor alle mensen
   de aarde groot genoeg.
3 Laat onze oren horen,
   laat onze ogen zien:
   Het goeds waarvan wij dromen,   
   het is er al misschien.
   Als wij aan vrede werken
   met hand en hart en mond,
   dan zul je dat gaan merken
   de hele wereld rond.
 
  • Pastorale mededlingen
  • Gedenken
  • Lied 885: 2
2 Gij geeft ons vrede, vergeving van zonden,
   en uw nabijheid, die sterkt en die leidt:
   kracht voor vandaag, blijde hoop voor de toekomst.
   Gij geeft het leven tot in eeuwigheid.

Refrein
   Groot is uw trouw, o Heer
   Groot is uw trouw, o Heer
   iedere morgen aan mij weer betoond.
   Al wat ik nodig had hebt Gij gegeven,
   groot is uw trouw, o Heer, aan mij betoond.
  • Gebed
  • Collecte
  • Slotlied - In 's hemels Naam 71: 1 + 2 & 67: 1 + 2
1 Vijf broden en twee vissen
   was alles wat er was
   voor ruim vijfduizend mensen    
   die zaten in het gras.
   De Heer ziet naar de hemel,
   Hij zegent vis en brood
   en dan laat Hij het delen
   aan mensen in hun nood.
 
2 De leerlingen, zij geven
   in Zijn Naam brood en vis.
   Dan blijkt dat er voor allen
   meer dan voldoende is.
   Want voor wie met Gods handen   
   het aardse voedsel deelt
   resten er vele manden:
   'te weinig' wordt 'teveel'. 
1 De oogst is onafzienbaar
   van wat God heeft geplant.
   Zijn liefde en ontferming
   – gezaaid met volle hand –
   schiet wortel en draagt vruchten,   
   de opbrengst is enorm
   van alle goede dingen
   waar God Zijn Rijk mee vormt.
 
2 Maar het ontbreekt aan mensen
   die op de juiste tijd
   en op de juiste plekken
   tot inzet zijn bereid.
   Laat het ons inspireren
   dat God in ons gelooft,
   dat Hij ons wil betrekken
   als werkers bij Zijn oogst.
  • Zegen


 

terug