zondag 14 augustus 2022
om 19:00
Domkerk
Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel
Tekst(en): Galaten 1: 1-12 & Galaten 1: 13-24
Ouderling(en): Jan den Hoed
Organist: Christian Hutter
Collecte: 1. diaconie, 2 de kerk
Locatie: Domkerk
Klik op de button om mee te luisteren
Orde van dienst:
Orgelspel
Welkom
Intochtslied | NLB 217: 1 t/m 3
De dag gaat open voor het woord des Heren,
zon die wij zoeken, kracht die wij ontberen,
bron die wij horen als wij tot Hem keren,
vroeg in de morgen.
Voor wij bestonden, riep Hij ons bij name,
voor wij ontwaakten en ter wereld kwamen,
zag Hij ons aan en bracht Hij ons tezamen,
God onze Vader.
Door U geschapen om uit U te leven;
hartslag en adem hebt Gij ons gegeven,
land waar wij wonen, licht waarnaar wij streven,
oorsprong en toekomst.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Vervolg intochtslied | NLB 217: 4 en 5
Wilt Gij vandaag en tot het eind der dagen
ons doen en laten zuiveren en dragen,
dan stijgt de vreugde van uw welbehagen
in onze wereld.
Aan U ons loflied: glorie aan de Vader,
dank aan de Zoon die ons bestaan aanvaardde,
zijn Geest geleide ons en onze aarde
naar de voltooiing
Voorbereiding
Gebed
Lied | Psalm 111: 2, 4 en 5
Zijn doen is louter majesteit,
zijn luister, zijn gerechtigheid
houdt eeuwig stand, blijft eeuwig gelden.
Genadig en barmhartig is
de Heer, en zijn gedachtenis
eeuwig waar Hij zijn daden stelde.
Hoe recht is zijner handen werk,
de waarheid zelf, volmaakt en sterk,
hoe heilzaam zijn gegeven orde!
Hij spreekt zijn wil uit en voortaan
wordt daar nooit meer aan afgedaan,
ieder moet Hem gehoorzaam worden.
Zijn volk heeft Hij voorgoed bevrijd
en zijn verbond staat voor altijd,
een licht hoog op de berg ontstoken.
Heilig en zeer te duchten is
zijn naam in de geschiedenis.
Nooit wordt wat Hij belooft verbroken.
Dienst van het woord
Gebed
Lezing uit het Nieuwe Testament | Galaten 1: 1-12
11Van Paulus, een apostel die niet is aangesteld of gezonden door mensen, maar door Jezus Christus en God, de Vader, die Hem uit de dood heeft opgewekt, 2en van alle broeders en zusters die bij mij zijn. Aan de gemeenten in Galatië. 3Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heer Jezus Christus, 4die zichzelf gegeven heeft voor onze zonden om ons te bevrijden uit deze door het kwaad beheerste wereld, overeenkomstig de wil van onze God en Vader. 5Hem komt de eer toe tot in alle eeuwigheid. Amen.
6Het verbaast me dat u zich zo snel hebt afgewend van Hem die u door de genade van Christus heeft geroepen en dat u zich tot een ander evangelie hebt gekeerd. 7Er is geen ander evangelie. Er zijn alleen maar mensen die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien.
8Wanneer iemand, al was ik het zelf of al was het een engel uit de hemel, u een evangelie verkondigt dat in strijd is met wat ik u eerder verkondigd heb – vervloekt is hij! 9Ik heb het al eerder gezegd en zeg het nu opnieuw: wanneer iemand u een evangelie verkondigt dat in strijd is met wat u hebt ontvangen – vervloekt is hij!
10Probeer ik nu mensen te overtuigen of God? Probeer ik soms mensen te behagen? Als ik dat nog altijd zou doen, zou ik geen dienaar van Christus zijn. 11Ik verzeker u, broeders en zusters, dat het evangelie dat ik u verkondigd heb geen zaak van mensen is; 12ik heb het dan ook niet van een mens ontvangen of geleerd, nee, Jezus Christus is mij geopenbaard.
Lied | NLB 315
Heb dank, o God van alle leven,
die zijt alleen Uzelf bekend,
dat Gij uw woord ons hebt gegeven,
uw licht en liefde ons toegewend.
Nu rijst uit elke nacht uw morgen,
nu wijkt uw troost niet meer van de aard,
en wat voor wijzen bleef verborgen
werd kinderen geopenbaard.
En of een mens al diep verloren
en ver van U verzworven is,
Gij noemt zijn naam, hij is herboren,
vernieuwd door uw getuigenis.
Uw woord, dat spreekt in alle talen,
heeft uit het graf ons opgericht,
doet ons in vrijheid ademhalen
en leven voor uw aangezicht.
Gemeente, aan wier aardse handen
dit hemels woord is toevertrouwd,
o draag het voort naar alle landen,
vermenigvuldigd duizendvoud.
Een stem zegt: Roep! Wat zou gij roemen
op mensengunst of -heerlijkheid?
’t Verwaait als gras en weidebloemen. –
Gods woord bestaat in eeuwigheid!
Lezing uit het Nieuwe Testament | Galaten 1: 13-24
13U hebt gehoord hoezeer ik me vroeger inzette voor de Joodse levenswijze: fanatiek vervolgde ik de gemeente van God en ik probeerde haar uit te roeien. 14Ik leefde de Joodse wetten heel wat strikter na dan velen van mijn generatie en maakte me sterk voor de tradities van ons voorgeslacht.
15Maar toen besloot God, die mij al in de moederschoot had uitgekozen en die mij door zijn genade heeft geroepen, 16zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Hem aan de heidense volken zou verkondigen. Ik heb toen geen raad gevraagd aan mensen 17en ben ook niet naar Jeruzalem gegaan, naar hen die eerder apostel waren dan ik. Ik ben onmiddellijk naar Arabië gegaan en ben van daar weer teruggekeerd naar Damascus.
18Pas drie jaar later ging ik naar Jeruzalem om Kefas te ontmoeten, en bij hem bleef ik twee weken. 19Maar van de overige apostelen heb ik niemand gezien, behalve Jakobus, de broer van de Heer. 20God is mijn getuige dat ik u de waarheid schrijf.
21Daarna ging ik naar het kustgebied van Syrië en van Cilicië. 22De gemeenten van Christus in Judea hadden mij nog nooit ontmoet, 23ze hadden alleen over mij horen vertellen: ‘De man die ons vroeger vervolgde, verkondigt nu het geloof dat hij toen probeerde uit te roeien.’ 24En zij prezen God om mij.
Lied | NLB 119a: 1, 2 en 4
Uw woord omvat mijn leven
en tilt het aan het licht.
Hebt Gij zo door uw spreken
niet alles opgericht?
Uw woord zet mij op vaste grond
en vult met louter leven
de woorden in mijn mond.
Op U laat ik mij voorstaan,
ik ben aan U gehecht.
Waar Gij betrouwbaar voorgaat
ontvouwt zich weer een weg.
De paden die ik zelf bedacht
zijn doelloos doodgelopen.
Zij voerden in de nacht.
God, laat mij nooit verliezen
de vreugde om uw woord,
de moed mijn weg te kiezen
waar ik uw voetstap hoor.
En overtuig mij dag aan dag
dat Gij mij hebt geroepen,
ja, dat ik leven mag!
Overdenking
Meditatief orgelspel
Geloofsbelijdenis Evangelische liedbundel 274a
Ik geloof in God de Vader,
de Almachtige Schepper des hemels en der aarde.
En in Jezus Christus,
zijnen eniggeboren Zoon, onze Here.
die ontvangen is van de heilge Geest
geboren uit de Maagd Maria,
die geleden heeft onder Pontius Pilatus,
is gekruisigd, gestorven en begraven,
nedergedaald ter helle,
ten derde dagen wederom opgestaan van de doden.
Opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods,
des almachtige Vaders; vanwaar Hij komen zal
om te oordelen de levenden en de doden.
Ik geloof in de heilige Geest.
Ik geloof ene heilige, algemene christelijke Kerk.
de gemeenschap der heiligen.
vergeving der zonden, wederopstanding des vleses
en een eeuwig leven
Amen, amen, amen.
Lied | NLB 802: 1 t/m 3
Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
‘Breek uw tent op, ga op reis
naar het land dat Ik u wijs.’
Here God, wij zijn vervreemden / door te luisteren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden / naar het nieuw Jeruzalem.
Door de wereld gaat een stoet
die de ban brak van het bloed.
Die bij wat op aarde leeft
nu geen burgerrecht meer heeft.
Here God, wij zijn vervreemden / door te luisteren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden / naar het nieuw Jeruzalem.
Menigeen ging zelf op pad
daar hij thuis geen vrede had.
Eeuwig heimwee spoort hem aan
laat ook hem het woord verstaan.
Here God, wij zijn vervreemden / door te luisteren naar uw stem.
Breng ons saam met uw ontheemden / naar het nieuw Jeruzalem.
Dankgebed
Voorbeden
Stil gebed
Onzevader
Slotlied NLB 939
Op U alleen, mijn licht, mijn kracht,
stel ik mijn hoop. U zorgt voor mij.
Door golven heen, door storm en nacht
leidt mij uw hand. U blijft nabij.
Uw vrede diep, uw liefde groot
verjaagt mijn angst, verdrijft de dood.
Mijn vaste rots, mijn fundament,
U bent de grond waarop ik sta.
U werd een mens, U daalde neer
in onze pijn en schuld en strijd.
U droeg de last, verrezen Heer
die ons van elke vloek bevrijdt:
U sloeg de zonden aan het kruis
en brengt ons bij de Vader thuis;
want door uw bloed, uw levenskracht
komen wij vrij voor God te staan.
Van eerste kreet tot laatste zucht
leef ik in U, en U in mij.
Geen boze macht, geen kwaad gerucht,
niets is er dat mij van U scheidt.
Want U regeert, U overwint,
U neemt mij aan. Ik ben Gods kind.
Totdat U komt, mij roept voorgoed,
bent U het doel van mijn bestaan.
Aankondiging | inzameling van de gaven
Eerste collecte: Diaconie
Tweede collecte: Werk van de Kerkrentmeesters
Wegzending en Zegen
Gezongen Amen
|