Vredekerk Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel Tekst(en): Genesis 16: 1-16 & Lucas 24: 35-48 Ouderling(en): Elly vd Berg-Teunissen van Manen Organist: Jobje Versteeg-Zuur
Kindernevendienst XL
voor alle groepen van de basisschool
Onderwerp: Abraham, Sara en Isaak: Hagar en Ismaël. Genesis 16: 1-16
Orde van dienst:
Thema: Zie dan! Orgelspel Luisterlied voor de dienst – Opwekking 827 Welkom Intochtslied – Psalm 121: 1 + 3 + 4
1. Ik sla mijn ogen op en zie
de hoge bergen aan,
waar komt mijn hulp vandaan?
Mijn hulp is van mijn Here, die
dit alles heeft geschapen.
Mijn herder zal niet slapen.
3. De Heer brengt al uw heil tot stand,
des daags en in de nacht
houdt Hij voor u de wacht.
Uw schaduw aan uw rechterhand:
de zon zal u niet schaden,
de maan doet niets ten kwade.
4. De Heer zal u steeds gadeslaan,
Hij maakt het kwade goed,
Hij is het die u hoedt.
Hij zal uw komen en uw gaan,
wat u mag wedervaren,
in eeuwigheid bewaren.
Stil gebed Bemoediging en groet Psalm 33: 2 + 5 + 8
2. Zing al wie leeft van Gods genade,
want waarheid is al wat Hij zegt.
Op trouw gegrondvest zijn zijn daden,
op liefde rust zijn heilig recht.
Die zich openbaarde / overal op aarde,
alles spreekt van Hem.
hem͜elen hoog verheven, / vol van blinkend leven,
schiep Hij door zijn stem.
5. Van waar Hij woont, in ’t licht verheven,
ziet God op deze aarde neer.
Al wat door mensen wordt bedreven,
een open boek is ’t voor de Heer.
Woord voor woord te lezen / is voor Hem hun wezen,
want Hij vormt hun hart.
Wat zij ook verzinnen, / heimelijk beginnen,
wordt door Hem ontward.
8. Wij wachten stil op Gods ontferming,
ons hart heeft zich in Hem verheugd.
Hij komt te hulp en geeft bescherming,
zijn heil'ge naam is onze vreugd.
Laat te allen tijde / uwe liefd'ons leiden,
uw barmhartigheid.
God, op wie wij wachten,
geef ons moed en krachten
nu en voor altijd.
Kyriëgebed
Lied 286
1. Waar de mensen dwalen in het donker,
draai je om en zie het nieuwe licht, zie het licht dat God ons gaf in Jezus, zie de mens die ieder mens verlicht.
Want het licht is sterker dan het donker
en het daglicht overwint de nacht,
zoek je weg niet langer in het duister,
keer je om en zie Gods nieuwe dag.
2. Waar de mensen lijden onder onrecht
in een wereld die geen vrede vindt,
heb vertrouwen, draag het kruis met blijdschap,
er is licht dat alles overwint.
Want het licht is sterker dan het donker
en het daglicht overwint de nacht,
zoek je weg niet langer in het duister,
keer je om en zie Gods nieuwe dag.
3. Steek een kaars aan tegen al het duister,
als een teken in een bange tijd,
dat ons leven niet in wanhoop eindigt
dat de vrede sterker is dan strijd.
Want het licht is sterker dan het donker
en het daglicht overwint de nacht,
zoek je weg niet langer in het duister,
keer je om en zie Gods nieuwe dag.
Gebed om verlichting door de Heilige Geest
Kindermoment Evangelische liedbundel 456
1. Kijk eens om je heen,
kijk eens om je heen.
Geef elkaar een hand,
je bent niet alleen.
Want wij moeten delen,
samen zingen,samen spelen.
Ook al zijn wij nog maar klein:
samen spelen is pas fijn.
2. Kijk eens om je heen,
kijk eens om je heen.
Wij zijn in de wereld niet alleen.
God kent ieder kind bij name,
zeg maar ja en zeg maar amen.
Ook al zijn we nog maar klein,
God wil onze Vader zijn.
Lezing uit het Oude Testament – Genesis 16: 1-16
161Abrams vrouw Sarai baarde hem geen kinderen. Nu had zij een Egyptische slavin, Hagar. 2‘Luister,’ zei Sarai tegen Abram, ‘de HEER houdt mijn moederschoot gesloten. Je moest maar met mijn slavin slapen, misschien kan ik door haar nakomelingen krijgen.’ Abram stemde met haar voorstel in 3en Sarai gaf hem haar Egyptische slavin Hagar tot vrouw; Abram woonde toen tien jaar in Kanaän. 4Hij sliep met Hagar en zij werd zwanger.
Toen Hagar merkte dat ze zwanger was, verloor ze elk respect voor haar meesteres. 5Sarai zei tegen Abram: ‘Voor het onrecht dat mij wordt aangedaan ben jij verantwoordelijk! Ik heb je mijn slavin ter beschikking gesteld, en nu ze weet dat ze zwanger is toont ze geen enkel respect meer voor mij. Laat de HEER maar beoordelen wie er in zijn recht staat: ik of jij.’ 6Abram antwoordde: ‘Het is jouw slavin, doe met haar wat je goeddunkt.’ Toen maakte Sarai haar het leven zo zwaar dat ze vluchtte.
7De engel van de HEER trof haar in de woestijn aan bij een waterbron, de bron die aan de weg naar Sur ligt. 8‘Hagar, slavin van Sarai, waar kom je vandaan en waar ga je heen?’ vroeg Hij. ‘Ik ben gevlucht voor Sarai, mijn meesteres,’ antwoordde ze. 9‘Ga naar je meesteres terug,’ zei de engel van de HEER, ‘en wees haar weer gehoorzaam.’ 10En Hij vervolgde: ‘Ik zal je heel veel nakomelingen geven, zo veel dat ze niet te tellen zullen zijn. 11Je bent nu zwanger en je zult een zoon ter wereld brengen. Die moet je Ismaël noemen, want de HEER heeft gehoord hoe zwaar je het te verduren had. 12Een wilde ezel van een mens zal hij zijn: hij schopt iedereen, iedereen schopt hem. Met al zijn verwanten zal hij in onmin leven.’ 13Toen riep zij de HEER, die tot haar had gesproken, zo aan: ‘U bent een God van het zien. Want,’ zei ze, ‘heb ik hier niet Hem gezien die naar mij heeft omgezien?’ 14Daarom noemt men de bron daar Lachai-Roï; hij ligt tussen Kades en Bered. 15Hagar bracht een zoon ter wereld, en Abram noemde de zoon die zij hem gebaard had Ismaël. 16Abram was zesentachtig jaar toen Hagar hem Ismaël baarde.
Lied 804
1. De Heer heeft naar mij omgezien!
Ik had geen leven meer, indien
Hij mij had laten dolen, klein
in eindeloosheid der woestijn.
2. Hij zag naar mij, – nu zie ik Hem,
hoor in de eenzaamheid zijn stem.
De bron des levens is vlakbij, –
Gods toekomst opent zich voor mij.
Lezing uit het Nieuwe Testament – Lucas 24: 35-48 35De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood. 36Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’ 37Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geest te zien. 38Maar Hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39Kijk naar mijn handen en voeten, Ik ben het zelf! Raak Me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat Ik heb.’ 40Daarna toonde Hij hun zijn handen en zijn voeten. 41Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg Hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ 42Ze gaven Hem een stuk geroosterde vis. 43Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. 44Hij zei tegen hen: ‘Toen Ik nog bij jullie was, heb Ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over Mij geschreven staat in vervulling moest gaan.’ 45Daarop maakte Hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 46Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat Hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, 47-48en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem. Lied 644
1. Terwijl wij Hem bewenen,
omdat Hij van ons ging,
is Hij aan ons verschenen
in zijn verheerlijking.
2. Terwijl wij om Hem treuren,
toont Hij ons hand en voet.
Hij komt door dichte deuren,
Hij spreekt zijn vredegroet.
3. Terwijl wij van Hem spreken,
is Hij in onze kring
om ons het brood te breken
van zijn verkondiging.
4. Opdat wij zouden weten,
wat ons te hopen staat,
vraagt Hij ons om te eten:
een vis, een honingraat.
5. Hij is de Heer en koning,
die eeuwig bij ons is.
Zijn woorden zijn als honing,
zijn naam is als een vis.
Verkondiging Meditatieve stilte Lied 305
1. Alle eer en alle glorie
geldt de luisterrijke naam!
Vier de vrede die Hij heden
uitroept over ons bestaan.
Aangezicht / vol van licht,
zie ons vol ontferming aan!
2. Alle eer en alle glorie
geldt de Zoon, de erfgenaam!
Als genade die ons toekomt
is Hij onze nieuwe naam.
Licht uit licht, / vergezicht,
steek ons met uw stralen aan!
3. Alle eer en alle glorie
geldt de Geest die leven doet,
die de eenheid in ons ademt,
vlam, die ons vertrouwen voedt!
Levenszon, / liefdesbron,
maak de tongen los voorgoed!
Pastorale mededelingen Dank- en voorbeden Stil gebed Onzevader Overige mededelingen Slotlied 834
1. Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht!
God, laat mij voor uw aangezicht,
geheel van U vervuld en rein,
naar lijf en ziel herboren zijn.
2. Schep, God, een nieuwe geest in mij,
een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt
en ga de weg die U behaagt.
3. Wees Gij de zon van mijn bestaan,
dan kan ik veilig verder gaan,
tot ik U zie, o eeuwig licht,
van aangezicht tot aangezicht.
Wegzending en zegen
Lied 708: 1 + 6
1 Wilhelmus van Nassouwe
ben ik van duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een prinse van Oranje
ben ik vrij onverveerd,
den koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
6 Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God, mijn Heer!
Op U zo wil ik bouwen,
verlaat mij nimmermeer!
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t'aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Inzameling van de Gaven
Eerste rondgang: Hydepark
Tweede rondgang: Kerkrentmeesters Toelichting collecte
Het Rooseveltpaviljoen van Nieuw Hydepark is een volledig aangepaste accommodatie geschikt voor mensen die veel zorg nodig hebben. Een week in het jaar wordt het Rooseveltpaviljoen bewoond met Westlandse vakantiegangers en Westlandse vrijwilligers. Zonder deze zorg van vrijwilligers en de aangepaste accommodatie is het voor de vakantiegangers niet mogelijk om vakantie te vieren.
Na de dienst drinken we fairtrade koffie in 't Centrum