zondag 24 april 2022 om 09.30 uurVredekerkVoorganger(s): Gertjan Pellikaan Tekst(en): Genesis 12: 1-9 & Lucas 24: 13-35 Ouderling(en): Piet Buitelaar Organist: Leo Bouma Beamer: Wim de Vos voor de dienst: Opwekking 832 Welkom Aanvangslied 632: 1 + 3 Stil gebed & bemoediging & groet Evangelische liedbundel 218: 1 + 2
2 5 Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. 6 Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, 7 maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen 8 heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood - de dood aan het kruis. 9 Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, 10 opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, 11 en elke tong zal belijden: "Jezus Christus is Heer", tot eer van God, de Vader. Evangelische liedbundel 218: 3 3 Prijs de Heer, de weg is open naar de Vader, naar elkaar. Jezus Christus, Triomfator, mijn Verlosser, Middelaar. Vader, met geheven handen breng ik U mijn dank en eer. ’t Is uw Geest die mij doet zeggen: Jezus Christus is de Heer! Gebed 1e schriftlezing: Genesis 12: 1-9 12 1 De HEER zei tegen Abram: "Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat Ik je zal wijzen. 2 Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, je naam veel aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. 3 Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou vervloekt, zal Ik vervloeken. In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden." 4-5 Abram trok weg uit Charan, zoals de HEER hem had opgedragen, en Lot, de zoon van zijn broer, ging met hem mee. Abram was toen vijfenzeventig jaar. Hij nam zijn vrouw Sarai mee en alle bezittingen die ze hadden verworven en de slaven en slavinnen die ze in Charan hadden verkregen. Zo gingen ze op weg naar Kanaän. Toen ze daar waren aangekomen, 6 trok Abram het land door tot aan de eik van More, bij Sichem. In die tijd werd het land bewoond door de Kanaänieten. 7 Maar de HEER verscheen aan Abram en zei: "Ik zal dit land aan jouw nakomelingen geven." Toen bouwde Abram op die plaats een altaar voor de HEER, die aan hem verschenen was. 8 Daarvandaan trok hij naar het bergland dat oostelijk van Betel ligt, en ergens ten oosten van Betel en ten westen van Ai sloeg hij zijn tent op. Hij bouwde er een altaar voor de HEER en riep er zijn naam aan. 9 Steeds verder reisde Abram, in de richting van de Negev. Kindermoment Lied 805: 2 + 3 2e Schriftlezing: Lucas 24:13-35 Overdenking (waarin lied: Hij kan zomaar naast je lopen) Evangelische liedbundel 393: 1 + 2 + refrein + 3 + refrein
Gebed Algemene mededelingen Lied 425 Zegen Lied 431c | ||||||
terug |