zondag 20 maart 2022 om 19.00 uur

Vredekerk
Voorganger(s): ds. Lennart van Berkel
Ouderling(en): Leo Hanemaaijer
Organist: Christian Hutter

Collecte: 1. diaconie, 2. kerkrentmeesters
Locatie: Vredekerk
 
Wilt u meeluisteren? Klik op het oortje voor de Vredekerk:  

   
Orde van dienst:
Welkom
Intochtslied 904: 1 + 3
1. Beveel gerust uw wegen,
    al wat u ’t harte deert,
    der trouwe hoede en zegen
    van Hem, die ’t al regeert.
    Die wolken, lucht en winden
    wijst spoor en loop en baan,
    zal ook wel wegen vinden
    waarlangs uw voet kan gaan.   
3. Laat Hem besturen, waken,
    ’t is wijsheid wat Hij doet!
    Zo zal Hij alles maken,
    dat ge u verwonderen moet,
    als Hij, die alle macht heeft,
    met wonderbaar beleid
    geheel het werk volbracht heeft,  
    waarom gij thans nog schreit.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Lied 904: 5
5. Maar blijft gij met vertrouwen
    naar God zien in de nacht;
    dan doet Hij u aanschouwen
    wat gij het minst verwacht.
    Eens zal Hij u bevrijden
    ook van de zwaarste last,
    houd moedig bij het strijden
    aan zijn beloften vast.
Gebed
Moderne geloofsbelijdenis: Evangelische liedbundel 279
1. Wij blijven geloven
    dat onder miljoenen,
    de Heer van de schepping
    een plan voor ons heeft,
    waarin zich Zijn heil en
    mijn twijfel verzoenen
    en dat aan elk leven
    betekenis geeft.

2. En ook dat Zijn boodschap
    de mens kan bevrijden,
    hoe vast ook verstrikt
    in het web van de tijd,
    nog steeds kan vertroosten,    
    verlichten, verblijden,
    wanneer hier de levens
    baan uitzichtloos lijkt.
3. En dat Hij ons telkens
    de durf weer wil geven,
    ook nu in een wereld
    van steen en metaal
    om buiten onszelf
    voor de ander te leven:
    ons kleine begin
    van Zijn groot ideaal,

4. Dat werk'lijkheid wordt als
    het oog van de volken
    zich niet meer vergeefs
    naar de horizon richt
    en 't morgenrood rijst,
    dat Zijn komst met de wolken    
    verkondigt in duizen-
    den kleuren van licht.
Gebed om de Heilige Geest
Lezing uit het OT – Jesaja 53: 1-11a
531Wie kan geloven wat wij hebben gehoord?
Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard?
2Als een loot schoot hij op onder Gods ogen,
als een scheut uit dorre grond.
Onopvallend was zijn uiterlijk,
hij miste iedere schoonheid,
zijn aanblik kon ons niet bekoren.
3Hij werd veracht, door mensen gemeden,
hij was een man die het lijden kende
en met ziekte vertrouwd was,
een man die zijn gelaat voor ons verborg
en door ons werd verguisd en geminacht.
4Maar hij was het die onze ziekten droeg,
die ons lijden op zich nam.
Wij echter zagen hem als een verstoteling,
door God geslagen en vernederd.
5Om onze zonden werd hij doorboord,
om onze wandaden gebroken.
De straf die hij onderging bracht ons vrede,
zijn striemen gaven ons genezing.
6Wij dwaalden rond als schapen,
ieder zocht zijn eigen weg;
maar de wandaden van ons allen
liet de HEER op hem neerkomen.
7Hij werd mishandeld, maar verzette zich niet
en deed zijn mond niet open.
Als een schaap dat naar de slacht wordt geleid,
als een ooi die stil is bij haar scheerders
deed hij zijn mond niet open.
8Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen.
Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad?
Hij werd verbannen uit het land der levenden,
om de zonden van mijn volk werd hij geslagen.
9Hij kreeg een graf bij misdadigers,
zijn laatste rustplaats was bij de rijken;
toch had hij nooit enig onrecht begaan,
nooit bedrieglijke taal gesproken.
10Maar de HEER wilde hem breken, Hij maakte hem ziek.
Hij offerde zijn leven voor de schuld van anderen,
om zijn nageslacht te zien en lang te leven.
En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde.
11Na het lijden dat hij moest doorstaan,
zag hij het licht en werd met kennis verzadigd.
Lied 586
1. Zie de mens die in zijn lijden
    teken werd voor alle tijden
    van wat liefde dragen kan.

2. Weerloos heeft Hij heel zijn leven   
    zich aan anderen gegeven –
    weergaloos is Hij alleen. 
3. Die hem ooit op handen droegen   
    zijn dezelfden die hem sloegen
    en die vroegen om zijn dood.

4. Maar nog is zijn hart bewogen
    om hun blinde onvermogen –
    stervende pleit hij hen vrij.
Lezing uit het NT – Johannes 12: 37-50
37Ondanks alle tekenen die Hij voor hun ogen verricht had, geloofden ze niet in Hem. 38Zo moesten de woorden van de profeet Jesaja in vervulling gaan, die zei:
                   ‘Heer, wie heeft geloofd wat wij hebben gezegd?
                    Aan wie is de macht van de Heer geopenbaard?’
39Ze konden niet tot geloof komen, want Jesaja heeft ook gezegd: 40
                    ‘Hij heeft hun ogen verblind en hun hart ongevoelig gemaakt.
                     Anders zouden zij met hun ogen zien en met hun hart begrijpen,
                     ze zouden op hun schreden terugkeren en Ik zou hen genezen.’

41Jesaja doelde op Jezus toen hij dit zei, omdat hij zijn majesteit zag. 42Toch waren er ook veel leiders die wel in Hem geloofden, maar vanwege de farizeeën kwamen ze daar niet openlijk voor uit, omdat ze niet uit de synagoge gezet wilden worden. 43Ze stelden meer prijs op de eer van mensen dan op de eer van God.
44Jezus had luid en duidelijk gezegd: ‘Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Mij, maar in Hem die Mij gezonden heeft, 45en wie Mij ziet, ziet Hem die Mij gezonden heeft. 46Ik ben het licht dat naar de wereld is gekomen,opdat iedereen die in Mij gelooft niet langer in de duisternis blijft. 47Als iemand mijn woorden hoort maar ze niet bewaart, zal Ik niet over hem oordelen. Ik ben immers niet gekomen om over de wereld te oordelen, maar om de wereld te redden. 48Wie Mij afwijst en mijn woorden niet aanneemt heeft al een rechter: alles wat Ik gezegd heb zal op de laatste dag over hem oordelen. 49Ik heb niet namens mezelf gesproken, maar de Vader, die Mij gezonden heeft, heeft Me opgedragen wat Ik moest zeggen en hoe Ik moest spreken. 50Ik weet dat zijn opdracht eeuwig leven betekent. Alles wat Ik zeg, zeg Ik zoals de Vader het Mij verteld heeft.’
Lied 534: 1 + 4
1. Hij die de blinden weer liet zien,
    hun ogen kleur liet ondervinden
    is zelf het licht dat ruimte geeft:
    ons levenslicht, de Zoon van God   
4. Hij die de doven horen deed
    hun eigen oren deed geloven
    is zelf het woord dat waarheid spreekt:   
    het levend woord, de Zoon van God.
Verkondiging
Meditatief orgelspel
Lied 908: 3 + 4 + 6
3. Ach, dat ik U zo laat herkende,
    Gij die de schoonheid zelve zijt,
    dat ik niet eer mij tot U wendde,
    mijn zielenrust, mijn zaligheid!
    Ach, dat ik U, mijn heil, mijn schat,   
    zo laat heb liefgehad.

4. Ik ging verdwaald langs vele wegen,   
    ik zocht U wel, maar vond U niet,
    ik ging verblind het duister tegen,
    ik minde wat de wereld biedt.
    Nu hebt Gij zo mijn hart gewend,
    dat ik U heb herkend.
5. Blijf, Heer, mij met uw gunst genegen,   
    dat ik niet weer verdwalen zal;
    houd Gij mijn voeten op uw wegen,
    dan brengen zij mij niet ten val.
    O licht, dat op mijn leven viel,
    verlicht mij lijf en ziel.
Dankgebed
Voorbeden
Stil gebed
Gezamenlijk Onzevader
Slotlied 902: 1 + 3 + 5
1. Is God de Heer maar voor mij,   
    wat zou mij tegen zijn?
    Ik roep: ‘ach Here, hoor mij!’
    en wat mij kwelt wordt klein.
    Al heeft zich ook verheven
    de macht van hel en dood,
    ik heb voor heel mijn leven
    in God mijn bondgenoot.

3. Zijn Geest wil in mij wonen,
    Hij richt mijn wens en wil,
    en wat er ook mag komen,
    Hij spreekt en maakt mij stil.
    Al wat de Heer vanbinnen
    geplant heeft, rijpt tot vrucht.
    Hij is de Geest, die in mij
    en met mij ‘Vader!’ zucht.
5. Wat er mij ook gebeure,   
    in eeuwigheid zijt Gij,
    en wat ter wereld, Here,
    zou scheiden U en mij?
    Al tonen zich verbolgen
    de groten van de tijd,
    geen honger of vervolging,    
    niets dat mij van U scheidt.
Wegzending en Zegen      

  
 

terug