zondag 20 februari 2022
om 19.00 uur
Zangdienst
Voorganger(s): Gertjan Pellikaan
Ouderling(en): Rien van Dam
Organist: Christian Hutter
Collecte: 1. diaconie, 2. kerkrentmeesters
Locatie: Vredekerk
Wilt u meeluisteren? Klik op het oortje voor de Vredekerk:
Aanmelden voor de kerkdienst
Voor deze dienst kunnen we maximaal 50 bezoekers verwelkomen. Wanneer u aanwezig wilt zijn, meldt u zich dan vooraf aan door een mail te sturen naar aanmeldenkerkdienst@pkndelier.nl (graag vóór vrijdagavond 19.00 uur). U vermeldt daarbij uw naam en telefoonnummer en het aantal mensen waarvoor u zich aanmeldt.
Voor wie zich niet via internet kan opgeven en toch de dienst wil bijwonen, kan daarvoor telefonisch terecht bij Wim Lagerweij 0174-515 753. Alleen wie zich hebben aangemeld én daarvan een bevestiging hebben ontvangen, kunnen de betreffende dienst bijwonen.
Volg de richtlijnen die ons vanuit de overheid worden aangereikt omtrent het al dan niet thuis blijven. Bij het bezoeken van de kerkdienst wordt u geacht zich te houden aan de richtlijnen die daar gelden: het houden van anderhalve meter afstand; bij het betreden en verlaten van de kerk - of tussentijds verplaatsen in de kerk - een mondkapje dragen (na het plaatsnemen in de banken mag het mondkapje afgedaan worden); het opvolgen van de aanwijzingen door de gastdames en -heren.
We hopen zo, rekening houdend met elkaar, op een veilige wijze de vreugde van de kerkgang te mogen proeven.
Orde van dienst:
Welkom
Aanvangslied 23b: 1 + 2 + 4 + 5
Stil gebed & bemoediging & groet
Lied 274: 1 + 2 + 3
Lied 416: 1 + 2
Gebed
Lied 416: 3 + 4
1e schriftlezing: Genesis 12: 1-3
1 De HEER zei tegen Abram: ‘Trek weg uit je land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat Ik je zal wijzen. 2 Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, je naam veel aanzien geven, een bron van zegen zul je zijn. 3 Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou vervloekt, zal Ik vervloeken. In jou zullen alle volken op aarde gezegend worden.
Lied 913: 1 + 2 + 3 + 4
2e schriftlezing: Hebreeën 11:8-9a / 11:11-16
8 Door zijn geloof ging Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam op weg naar een plaats die hij als erfenis zou ontvangen, en hij ging op weg zonder te weten waarheen. 9a Door zijn geloof trok hij naar het land dat hem beloofd was maar hem nog niet toebehoorde.
11 Door haar geloof ontving ook Sara, hoewel ze onvruchtbaar was gebleven en niet meer in de bloei van haar leven was, de kracht om een kind voort te brengen, en wel omdat ze vertrouwde op degene die de belofte had gedaan. 12 Zo bracht één man, wiens kracht al gestorven was, ontelbaar veel nakomelingen voort, zo veel als er sterren aan de hemel zijn en zand op het strand langs de zee. 13 Zij allen zijn in geloof gestorven; wat hun beloofd was hebben ze geen werkelijkheid zien worden, ze hebben slechts een glimp ervan begroet, en ze zeiden van zichzelf dat zij op aarde leefden als vreemdelingen en gasten. 14 Door zo te spreken lieten ze blijken op doorreis te zijn naar een vaderland. 15 En daarmee bedoelden ze niet het vaderland waaruit ze weggetrokken waren, anders waren ze daarheen wel teruggekeerd. 16 Nee, ze keken reikhalzend uit naar een beter vaderland: het hemelse. Daarom schaamt God zich er niet voor hun God genoemd te worden en heeft Hij voor hen een stad gereedgemaakt.
Lied 803: 1 + 2 + 3 + 6
3e schriftlezing: Johannes 14: 1-7
1 Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. 2 In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou Ik anders gezegd hebben dat Ik een plaats voor jullie gereed zal maken? 3 Wanneer Ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom Ik terug. Dan zal Ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar Ik ben. 4 Jullie kennen de weg naar waar Ik heen ga.’ 5 Toen zei Tomas: ‘Wij weten niet eens waar U naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?’ 6 Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij. 7 Als jullie Mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie Hem, want jullie hebben Hem zelf gezien.’
Lied 886:1 + 2
4e schriftlezing: Handelingen 9:1-6
1 Intussen bedreigde Saulus de leerlingen van de Heer nog steeds met de dood. Hij ging naar de hogepriester 2 met het verzoek hem aanbevelingsbrieven mee te geven voor de synagogen in Damascus, opdat hij de aanhangers van de Weg die hij daar zou aantreffen, mannen zowel als vrouwen, gevangen kon nemen en kon meevoeren naar Jeruzalem. 3 Toen hij onderweg was en Damascus naderde, werd hij plotseling omstraald door een licht uit de hemel. 4 Hij viel op de grond en hoorde een stem tegen hem zeggen: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je Mij?’ 5 Hij vroeg: ‘Wie bent U, Heer?’ Het antwoord was: ‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt. 6 Maar sta nu op en ga de stad in, daar zal je gezegd worden wat je moet doen.’
Lied 723: 1 + 2
Lied 939: 1 + 2 + 3
Gebed
Slotlied 801: 1 + 2 + 5 + 6
Zegen
Lied 801: 7 + 8
|