Vredekerk, viering Heilig Avondmaal Voorganger(s): ds. Bart Schoone Tekst(en): 1 Koningen 8: 26-30 & Johannes 2: 13-25 Ouderling(en): Piet Buitelaar Organist: Adriaan de Jong
Beamer: Paul Mostert Streaming: Samuel Pellikaan Diakenen: Cor van Leeuwen & Barbera Prins Bijbellezer: Marleen Valstar-Vellekoop Collecte: 1. Streekverband de Tien, 2. kerkrentmeesters Locatie: Vredekerk
Wilt u meeluisteren? Klik op het oortje voor de Vredekerk:
Meekijken? Dit kan door te klikken op dit logo: Kindernevendienst
Voor alle groepen van de basisschool Onderwerp: De toren van Babel. Genesis 11: 1-9. De mensen willen bij elkaar blijven wonen en ze bouwen een toren. Maar God is het daar niet mee eens.
Aanmelden voor de kerkdienst
Voor de morgendienst kunnen we maximaal 50 bezoekers verwelkomen. Wanneer u aanwezig wilt zijn, meldt u zich dan vooraf aan door een mail te sturen naar aanmeldenkerkdienst@pkndelier.nl (graag vóór vrijdagavond 19.00 uur). U vermeldt daarbij uw naam en telefoonnummer en het aantal mensen waarvoor u zich aanmeldt.
Voor wie zich niet via internet kan opgeven en toch de dienst wil bijwonen, kan daarvoor telefonisch terecht bij Wim Lagerweij 0174-515 753. Alleen wie zich hebben aangemeld én daarvan een bevestiging hebben ontvangen, kunnen de betreffende dienst bijwonen.
Volg de richtlijnen die ons vanuit de overheid worden aangereikt omtrent het al dan niet thuis blijven. Bij het bezoeken van de kerkdienst wordt u geacht zich te houden aan de richtlijnen die daar gelden: het houden van anderhalve meter afstand; bij het betreden en verlaten van de kerk - of tussentijds verplaatsen in de kerk - een mondkapje dragen (na het plaatsnemen in de banken mag het mondkapje afgedaan worden); het opvolgen van de aanwijzingen door de gastdames en -heren.
We hopen zo, rekening houdend met elkaar, op een veilige wijze de vreugde van de kerkgang te mogen proeven.
Orde van dienst:
Thema: Tempel zonder drempel?!
Muziek voor de dienst – Filiae | Fix you (Coldpay)
Welkom
Intochtslied – Psalm 93: 1
De Heer is koning, Hij regeert altijd,
omgord met macht, bekleed met majesteit.
Hij grondvest de aarde, houdt haar vast in stand.
Onwrikbaar staat het bouwwerk van zijn hand.
Stil gebed
Bemoediging en groet
Psalm 93: 4
Uw macht is groot, uw trouw zal nooit vergaan,
al wat Gij ooit beloofd hebt, blijft bestaan.
Tot sieraad is uw hoge heiligheid
en in die glans trotseert uw huis de tijd.
Voorbereiding
Gebed
Leefregel - 1 Korintiërs 3: 10-17
U bent een bouwwerk van God. 10Overeenkomstig de taak die God mij uit genade heeft opgelegd, heb ik als een kundig bouwmeester het fundament gelegd, en een ander bouwt daarop voort. Laat ieder er wel op letten hoe hij dat doet. 11Want niemand kan een ander fundament leggen dan er al ligt – Jezus Christus zelf –, 12maar op dat fundament kan verder worden gebouwd met goud, zilver en edelstenen óf met hout, hooi en stro. 13Van ieders werk zal duidelijk worden waaruit het is opgebouwd; op de dag van het oordeel zal dat blijken, want dan zal het door vuur aan het licht worden gebracht. Het vuur zal laten zien wat ieders werk waard is. 14Wanneer iemands bouwwerk blijft staan, zal hij worden beloond. 15Wanneer het verbrandt, zal hij daarvoor de prijs betalen; hijzelf zal worden gered, maar als het ware door het vuur heen. 16U weet toch dat u een tempel van God bent en dat de Geest van God in uw midden woont? 17Als iemand Gods tempel vernietigt, zal God hem vernietigen, want Gods tempel is heilig – en die tempel bent u zelf.
Lied 364: 2 + 3 + 4 + 6
2 Uw oog aanschouwt
ons hier met onze schatten.
Woont Gij, wie zelfs de hemelen niet bevatten,
toch in een huis door ons gebouwd?
3 Gij ziet en hoort
wat onze mond wil spreken,
het is een stamelend, ontoereikend teken,
een zwak en machteloos mensenwoord
4 In stil ontzag
zijn wij voor U getreden.
Wend dan uw oor naar onze smeekgebeden,
waak met uw ogen nacht en dag!
6 O, antwoord Gij,
als wij tezamen bidden,
daal neder uit uw hoogte in ons midden!
In uw vergeving wonen wij.
Lezing uit het Oude Testament – 1 Koningen 8: 26-30
26Welnu, God van Israël, moge de belofte die U uw dienaar, mijn vader David, hebt gedaan, bewaarheid worden.27Zou God werkelijk op aarde kunnen wonen? Zelfs de hoogste hemel kan U niet bevatten, laat staan dit huis, dat ik voor U heb gebouwd. 28HEER, mijn God, hoor het smeekgebed van uw dienaar aan en luister naar de verzuchtingen die ik vandaag tot U richt. 29Wees dag en nacht opmerkzaam op wat er gebeurt in deze tempel, de plaats waarvan U zelf hebt gezegd dat daar uw naam zal wonen, en verhoor het gebed dat ik naar deze tempel richt. 30Luister naar de smeekbeden die uw dienaar en uw volk Israël naar deze tempel richten, luister naar ons vanuit de hemel, uw woonplaats, luister en schenk ons vergeving.
Lied 319: 1 + 3 + 7
1 Alles wat er staat geschreven,
Heer, doe ons verstaan,
want uw woorden zijn ons leven,
spreek ons aan!
3 Herder David werd een koning
en hij zong uw lof,
en zijn zoon bouwde uw woning
heerlijk af.
6 Herder David werd een koning
en hij zong uw lof,
en zijn zoon bouwde uw woning
heerlijk af.
Lezing uit het Nieuwe Testament – Johannes 2: 13-25
13Kort voor het Joodse pesachfeest reisde Jezus naar Jeruzalem. 14Daar trof Hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten. 15Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond, gooide hun tafels omver 16en riep tegen de duivenverkopers: ‘Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!’ 17Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal Mij verteren.’ 18Maar de Joden vroegen: ‘Met welk teken kunt U bewijzen dat U dit mag doen?’ 19Jezus antwoordde hun: ‘Breek deze tempel maar af, en Ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.’ 20‘Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd,’ zeiden de Joden, ‘en U wilt hem in drie dagen weer opbouwen?’ 21Maar Hij sprak over de tempel van zijn lichaam. 22Na zijn opstanding uit de dood herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had. 23Toen Jezus op het pesachfeest in Jeruzalem was, kwamen velen tot geloof in zijn naam, omdat ze de tekenen zagen die Hij verrichtte. 24Maar Jezus had geen vertrouwen in hen, omdat Hij hen allemaal kende. 25Niemand hoefde Hem iets te vertellen over de mensen, want Hij wist wat er in een mens omgaat.
1 De wereld is van Hem vervuld,
die ’t kennen gaat te boven,
wiens heerlijkheid ons is verhuld,
in vonken licht verstoven.
Geen mensenoog heeft Hem gezien
wien elk zijn tempel bouwt, in wien
onwetend wij geloven.
2 Maar Hij die in de aanvang schiep
de hemel en de aarde,
die al wat is tot aanzijn riep,
de ongeëvenaarde,
woont niet in tempels; er is niets
dat Hem ontbreekt, – hoe zou Hij iets
uit mensenhand aanvaarden?
8 God heeft zich zelf ons toegewend:
een man verscheen op aarde,
een mens, in wie Hij onherkend
zich aan ons openbaarde.
In Hem als in een tempel heeft
de God gewoond die eeuwig leeft,
de ongeëvenaarde.
Lieve mensen,
We zijn allemaal door Jezus, onze Heer, uitgenodigd
om straks deel te nemen aan het Heilig avondmaal.
Brood en wijn/druivensap op tafel om in liefde met elkaar te delen.
Een maaltijd van gedenken en ontmoeten.
We gedenken het offer aan het kruis, dat Jezus voor ons heeft gebracht.
Voor ons allemaal en zo zijn we voor Hem gelijkwaardig,
ongeacht ras, geslacht en geaardheid, ongeacht hoe onze tempel er uitziet.
In het eten en drinken mogen we ervaren dat we bij Hem horen.
Allemaal een stukje brood, allemaal een slokje wijn of sap
en zo vormen we met elkaar één lichaam, het lichaam van Christus,
en zo zijn we als lichaam, als gemeente met elkaar Kerk.
Jezus ging als Heer van de kerk ons voor
op de volmaakte weg van vrede en gerechtigheid, van liefde en heelheid.
Maar regelmatig wij voelen ons of zijn we verre van volmaakt.
Ter voorbereiding willen we daarom zingend bij Jezus brengen
waarin we onvolmaakt zijn.
De dingen waar we ons voor schamen of schuldig over voelen,
De littekens die we dragen, de pijn en het verdriet van de gebrokenheid
We vragen aan de Heer om ze op te ruimen en te vergeven,
zodat we straks in vrede kunnen ontvangen, brood en wijn,
en elkaar en Jezus kunnen ontmoeten.
Gezongen schuldbelijdenis – Lied 400
Voordat ik kan ontvangen brood en wijn
en delen in de maaltijd van de Heer,
erken ik wat er donker is in mij
en leg dat neer.
Het woord van steun en troost dat ik niet sprak,
de hand die ik in trots niet reiken kon,
de vriendschap die in drukte onderging –
ik leg het neer.
Mijn blik, soms onverschillig afgewend,
mijn wil zo fel aan anderen opgelegd,
elk spottend woord waarmee ik heb gekwetst –
ik leg het neer.
In deze kring ziet Christus zelf mij aan.
Ik vraag en schenk vergeving ieder hier,
dat alles wat zijn vrede tegenwerkt
wordt neergelegd.
Heer Jezus, deelgenoot aan deze dis,
ik maak mij leeg en strek mijn handen uit
naar U, naar alles wat U geven wilt
in brood en wijn.
Nodiging
We mogen de uitnodiging van Jezus horen. We mogen zijn uitgestoken hand zien.
Jezus vernieuwde de relatie met God, onze Vader, Schepper van leven en liefde.
Hij toonde ons een leven voorbij lijden en schaamte, schuld en onvolmaaktheid.
Hij gaf ons hoop en zicht op het Koninkrijk dat komt.
Hij ging ons voor op de weg van werken aan gerechtigheid,
Zijn liefde en genade zetten ons in de vrijheid
om in vrede deel te nemen aan de Maaltijd,
Laat ons daarom elkaar die vrede, de vrede van Christus toewensen.
Vredegroet
Vg. De vrede van de Heer zij altijd met u. A. En met uw geest.
Vg. Wens elkaar de vrede.
Gezongen tafelgebed – Lied 276: 1 + 3
1 Zomaar een dak boven wat hoofden,
deur die naar stilte open staat.
Muren van huid, ramen als ogen,
speurend naar hoop en dageraad.
Huis dat een levend lichaam wordt
als wij er binnen gaan
om recht voor God te staan.
3 Tafel van Een, brood om te weten
dat wij elkaar gegeven zijn.
Wonder van God, mensen in vrede,
oud en vergeten nieuw geheim.
Breken en delen, zijn wat niet kan,
doen wat ondenkbaar is,
dood en verrijzenis.
V: Wij danken U, goede God
om Jezus, uw lieve Zoon
Hij is het Brood van waaruit we leven
Hij liet zijn tempel afbreken om ons te helen.
Voor ons is Hij alles,
niemand is als hij.
V: Hij heeft zijn Geest gegeven
om te leven als uw kinderen
Onzevader
Instellingswoorden
Jezus is gekomen in Uw naam,
want in de nacht dat Hij werd overgeleverd,
heeft hij het brood genomen,
Hij dankte U, brak het brood,
en gaf het aan zijn leerlingen met de woorden:
“Neem en eet,
dit is mijn lichaam, dat voor jullie gegeven wordt,
doe dit telkens opnieuw om aan Mij te denken.”
Zo nam Jezus ook de beker met wijn
Hij dankte U, gaf de beker aan Zijn leerlingen en zei:
“Neem deze beker en drink allen hieruit.
Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed,
dat voor jullie en velen vergoten wordt
tot vergeving van zonden.
Doe dit, zo vaak als jullie die drinken,
om mij te gedenken.”
V: De Heer heeft zijn tafel bereid voor wie op Hem vertrouwen en Hem liefhebben.
Jezus nodigt ons uit om brood en wijn/sap uit Zijn hand te ontvangen.
V: Heer zegen deze gaven met uw Geest!
V: Gelukkig u en jij, die welkom zijn aan het Heilig Avondmaal
V: Ontvangt dan nu, want alle dingen zijn gereed.
Lied 388 | Voor ieder van ons een plek aan de tafel
Dankgebed na de maaltijd
Overige mededelingen
Slotlied 906: 3 + 7 + 8
1 Gaarne laat ik varen alle ijdelheden,
alle aardse vreugd en vrede.
Wil en wens begeeft mij, ziel en lijf en leven
zij geheel aan U gegeven.
Ja Gij zijt / voor altijd
onze God en Here.
U zij lof en ere.
7 Maak mij recht eenvoudig, stil in den gebede,
afgezonderd in uw vrede.
Maak mij rein van harte, dat ik uwe klaarheid
schouwen mag in geest en waarheid.
Heer laat mij / even vrij
als een adelaar stijgen,
zo word ik U eigen.
8 Heer kom in mij wonen, zij mijn hart en leven,
U ten heiligdom gegeven.
Gij die zo nabij zijt, wend mij toe uw wezen,
dat Ge in mij uw beeld kunt lezen.
Waar ik ga zit of sta,
laat mij U aanschouwen,
met een stil vertrouwen.